Begin 2020, midden in de eerste lockdown studeerde ik af bij hbo Theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede. Voor mijn afstudeerproject deed ik onderzoek naar de verbinding tussen (tweede) generatie moslima’s in Amstelveen en christenen uit de Stadhartkerk. Hieronder vertel ik graag over het onderzoek en over leerpunten voor de kerk.
Voor dit onderzoek interviewde ik moslims en christenen over hun geloof(s)beleving, over hun contacten met de ander en hun beeld van de ander. Ik bevroeg dus moslima’s over hun contact met christenen en andersom. De interviews analyseerde ik op terugkomende thema’s. Zo onderzocht ik bijvoorbeeld welke thema’s moslima’s noemen als ze bevraagd worden op de kern van hun geloof en op wat voor manier dit verschilt met hoe christenen de kern van hun geloof onder woorden brengen.
De moslima’s die werden geïnterviewd waren in Nederland opgegroeid (de meesten met een Marokkaanse achtergrond). Ik kwam met hen in contact via de basisschool die hun kinderen en mijn eigen kinderen bezochten. Bijna alle vrouwen hadden naast hun gezin een baan.
Luisteren
Een van de kernwoorden in het onderzoek was luisteren, heel nauwkeurig luisteren. Ik werd hierin geïnspireerd door de theoloog Miroslav Volf. Hij pleit in zijn boek, ‘Allah, het antwoord van een christen’ voor een ‘dubbele kijk’. Hij bedoelt daarmee de bereidheid en het streven om dingen ook vanuit het gezichtspunt van de ander te willen zien. ‘Deze dubbele manier van kijken is een manier om de ander op een waarheidsgetrouwe manier te leren kennen en daarmee een toepassing van het gebod om de naaste lief te hebben, door te zoeken naar wie de naaste eigenlijk is.’ (p 211). Volf verbindt het ‘luisteren naar de ander’ dus met de opdracht om de ander lief te hebben als jezelf.
Kennismaking
Het onderzoek is een kennismaking met (Marokkaanse) moslima’s uit Amstelveen waarin duidelijk wordt dat zij zeer bewust met geloof bezig zijn. Hun geloof speelt een grote rol in het dagelijks leven. Wanneer zij vertellen over hun geloof, vertellen ze allereerst over de praktijk van hun geloof. Gebed heeft daarbij de grootste plaats. De vrouwen kennen weinig christenen en vragen zich af waarom ze weinig ‘zien’ van het geloof van christenen. Ze hebben het gevoel dat christenen hun geloof minder ‘praktiseren’.
Naast de kennismaking met de moslima’s beschrijft het onderzoek de Stadshartkerk, een (kleine) christelijke gemeenschap. Ze willen graag inclusief kerk zijn, waarmee ze bedoelen dat ze een open gemeenschap willen zijn voor mensen met alle mogelijke achtergronden. Ze willen ook open staan voor moslim(a)s, maar benaderen hen niet als een aparte doelgroep. Er is enig contact met moslims in het algemeen, maar (vrijwel niet) met moslima’s van de tweede generatie. Het contact wat er is, is op individueel niveau en meestal werk gerelateerd (bijv. in een team verpleegkundigen). De Stadshartkerk ziet Jezus als het centrum van het christelijk geloof, als de weg naar God en de sleutel om de bijbel te lezen als ‘goed nieuws’ voor henzelf en hun omgeving. De missie van de kerk is mensen verbinden met Jezus en met elkaar. Er is diversiteit over de vraag wat dit betekent in relatie tot de islam. Er leven in de Stadshartkerk veel vragen over een christelijke visie op de islam.
In het onderzoek werd duidelijk dat de beide groepen die in het onderzoek aan het woord kwamen veel in hun eigen subcultuur leven. De christenen en de (tweede generatie) moslima’s leven dus in gescheiden werelden. Deze afstand heeft als risico dat er een onvolledige en incorrecte beeldvorming van elkaar ontstaat. Zowel christenen als moslims herkennen zich vaak niet in het beeld dat de ander van hun geloof heeft.
Leerpunten voor de kerk
> Eigen identiteit niet relativeren: Jezus centraal
In het onderzoek kwam naar voren dat het goed luisteren naar elkaar en verbinding zoeken niet betekent dat je je eigen geloof relativeert of vooral op zoek bent naar overeenkomsten. Hoewel overeenkomsten en punten waarin je herkenning vindt soms een goed startpunt kunnen zijn, is het van belang om de eigen identiteit niet te relativeren. Een van de geïnterviewde christenen bracht dit punt mooi naar voren toen ze vertelde over een gesprek waarin twee moslimcollega’s haar probeerde te overtuigen dat de islam waar is: ‘Toen ervoer ik juist, omdat zij dat doen, voelde ik me verbonden, omdat ik het zo goed snapte, omdat jij ook over Jezus wil vertellen en overtuigen’.
Het gesprek met de moslima’s en de vragen die zij mij stelden heeft bij mij als onderzoeker mijn eigen geloof verdiept. Ik hoop dat mijn onderzoek christenen kan aanmoedigen om je door de ander een spiegel te laten voorhouden over wat je nu precies zelf gelooft. Welke plek heeft gebed in mijn leven? Hoe stel ik Jezus centraal? Wat is het eigenen aan mijn geloof? Op wat voor manier is Jezus de weg naar God? Wat is de betekenis van lijden? Word ik door God ook geoordeeld op grond van mijn daden? etc.
> Levensstijl en geloofsgesprek
Voor moslima’s is de praktijk van het geloof belangrijk. Ze kijken naar wat er zichtbaar is van je geloof. Laat vrijmoedig zien hoe je leeft als christen. Je kunt ook vrijmoedig laten horen dat je leeft als christen, daarover vertellen. Met veel moslim(a)s kun je veel makkelijker over je geloof praten dan met seculiere mensen. Moslims vinden het mooi om te horen wat jij gelooft en vertellen ook graag over hun eigen geloof. Deel je leven!
> Toerusting en onderwijs
In het onderzoek zit een oproep tot toerusting en onderwijs over een christelijke kijk op andere religies. In veel gemeentes is er, denk ik, net als in de Stadshartkerk, weinig expliciete visie op hoe de kerk zich verhoudt tot de Islam. Is er een verlangen naar verbinding met moslims? Ga met elkaar aan de slag met de (theologische) vragen die hierover leven.
> Geloof vormgeven in een seculiere maatschappij
Christenen en moslims zoeken alle twee naar hoe ze hun geloof vormgeven in een seculiere maatschappij. Christenen kunnen zich ervoor inzetten dat moslims niet worden achtergesteld en gediscrimineerd. Christenen kunnen laten zien en horen dat het geloof een belangrijke plek heeft in het leven van henzelf. De ervaren discriminatie van moslima’s is een uitdaging voor de kerk om zich in te zetten voor een rechtvaardige behandeling van moslims in de samenleving. Kunnen wij als christenen bijdragen aan een genuanceerd beeld van de islam in Nederland?
Oproep voor de kerk: Praktiserende christenen gezocht?!
‘Ik ken geen christenen!’ dat was het antwoord van verschillende moslima’s toen ik hen vroeg naar hun contact met christenen. Amstelveen is één van de meest seculiere steden van Nederland. Het is dus enerzijds geen verrassing dat de moslimvrouwen weinig christenen tegenkomen in hun dagelijks leven. Toch bleef dit antwoord me bezighouden.
Zoals gezegd vertelden de moslima’s dat ze een plek hebben middenin de Nederlandse maatschappij maar daarnaast veel omgaan met hun eigen familie en vrienden uit hun land van herkomst. Een aanzienlijk deel van hun leven speelt zich af in hun eigen ‘bubbel’. Veel christenen gaan wellicht ook veel om met hun eigen ‘geestelijke’ familie.
In de gesprekken ontdekte ik verder dat sommige van moslimvrouwen misschien wel enkele christenen kennen, maar niet weten of niet goed door hebben dat zij christen zijn. De moslima’s die ik interviewden zién het geloof van christenen niet. 'Hoe ziet het leven van praktiserende christenen er eigenlijk uit?' vragen zij zich hardop af. Een van de vrouwen zei het zo: ‘Ik kan het nooit zien aan iemand, ik weet het niet of iemand christen is. Als ik het weet, vind ik het altijd prachtig om te zien als iemand christen is en dan ook echt, goed christen is. Dat ik zie dat hij/zij bezig is met bidden en in zijn woorden iets zegt als ‘Als God het mij zou willen schenken…’ Ik heb daar heel veel respect voor.’
‘Geloven is doen!’
Wat roept dit bij jou op? Voel je, als christen, de neiging om je te verdedigen? ‘Natuurlijk kan je wel aan mij zien dat ik geloof’ Of misschien denk je ‘Natuurlijk… in de Islam gaat het over goede werken, over wat je moet doen voor God. Bij ons gaat het over genade, ik hoef gelukkig niks te doen om Gods liefde te verdienen’. Toch is het goed om wat langer stil te staan bij de spiegel die deze gelovige moslimvrouwen ons voorhouden. Wanneer ik de vrouwen vroeg naar de kern van hun geloof, vertelden ze allemaal vooral over de geloofspraktijk; geloven is voor hen niet allereerst een kwestie van geloofsovertuigingen. ‘Geloven is doen!’ Ze zijn daarom benieuwd hoe die geloofspraktijk van christenen eruit ziet. Daarom doe ik in dit artikel tot slot graag een oproep: Praktiserende christenen gezocht!
Is niet veel van Jezus’ onderwijs in de Bergrede juist over de geloofspraktijk: bidden, vasten, aalmoezen geven? Praktiserende christenen gezocht, dus! Geen wetticistische christenen, wel christenen aan wie moslims kunnen zien hoe hun geloof er in het dagelijks leven uit ziet. Christenen die bijvoorbeeld vrijmoedig vertellen over de plek van gebed in hun leven. Christenen die vertellen hoe ze Jezus volgen, hoe ze vrij van angst en veroordeling, dagelijks leven in verbondenheid met God.
Moslims praten graag over (hun) geloof. Ik droom van christenen en moslims die regelmatig uit hun eigen ‘bubbel’ stappen en delen in elkaars leven, van veel open gesprekken over elkaars geloof. Ik droom ervan dat elke christen een moslim-vriend of vriendin heeft.
Heb je vragen of wil je meer weten over het onderzoek van Rianne en hierover met haar in gesprek? Neem dan per e-mail contact met haar op via onderstaande knop.
Thema: Moslims liefhebben en dienen
Dit artikel hoort bij het thema 'Moslims liefhebben en dienen' van ons netwerk Loving & Serving Muslims. Ontdek op ons thema-overzicht meer artikelen en mogelijkheden om met jouw christelijke geloofsgemeenschap of community een volgende stap te zetten.