De meeste plaatselijke kerken vinden zichzelf gastvrij. Veel protestantse gemeenten hebben het zelfs in hun beleidsplan geschreven: wij zijn gastvrij en open. In veel gevallen klopt dat ook: nieuwkomers en gasten worden welkom geheten, er is aandacht voor hen bij het koffiedrinken na afloop van de dienst. Soms klopt het ook niet: nieuwkomers worden niet gezien, staan er na afloop van de kerkdienst verloren bij. Gastvrijheid is geen vanzelfsprekendheid. Je moet er bewust mee bezig zijn.
Wat bedoelen we eigenlijk als we onszelf gastvrij noemen? In Hebreeën 13 worden we opgeroepen de gastvrijheid in ere te houden, want ‘ zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen’. Je kunt dus zomaar engelen mislopen als je niet gastvrij bent. De Benedictijnen leggen daarom alle nadruk op gastvrijheid. Iemand, die op de deur van het klooster klopt moet met alle egards ontvangen worden, het zou de Heer zelf kunnen zijn. De Emmaüsgangers ontvingen de opgestane Heer in hun huis. Ze veranderden van gastheer en -vrouw in gast bij de Heer. Daar moet je dus kennelijk rekening mee houden. Wat valt er te leren van onze gasten? Namens Wie komen ze? Zijn we bereid van ze te leren, of zien we hen vooral als mogelijke nieuwe krachten voor de gemeente (en moeten ze zich zo snel mogelijk aan ons aanpassen)?
Kijken met de ogen van een gast
Gastvrijheid nodigt ons uit om te kijken met de ogen van een mogelijke gast. Zoals je je huis op orde brengt, als je gasten verwacht. Is alles, zoals ik het hebben wil? Zal de gast zich thuis kunnen voelen? Opeens valt het op: de rommelige hal, de lelijke aankleding, de kozijnen die een lik verf kunnen gebruiken. Kunnen gasten wegwijs worden in ons gebouw? Is er een gastheer of gastvrouw?
Een luisterend oor
Ook inhoudelijk vraagt gastvrijheid iets van je. Om te beginnen een luisterend oor. De bereidheid om de ander te leren kennen. Wees geïnteresseerd. Stel vragen. Maak ruimte. Vervolgens kun je ook nadenken over de vraag wat je mogelijke gasten te bieden hebt. Ooit raakte ik in gesprek met een plaatselijke protestantse gemeente, die gastvrijheid hoog in het vaandel had. Ze waren ook zeer gastvrij. Ik vroeg ze: maar dan, als mensen komen, wat kunnen ze hier dan vinden? Dat bleek een lastige. Opeens bleek er grote verlegenheid als het ging om de inhoud van geloof. ‘Moeilijk om daar woorden aan te geven, dat hebben we nooit zo geleerd’ . Gastvrijheid vraagt dus ook inhoudelijk iets van ons: de bereidheid om de gast te dienen en lief te hebben, goed te luisteren, maar ook het vermogen om in gesprek te gaan en te delen van wat we zelf hebben ontvangen.
Een stap verder: uitnodigen
Gastvrijheid kan nog tamelijk passief zijn: wij zijn er, als mensen komen zijn ze van harte welkom, de deur is open. Uitnodigen gaat verder. Dat vraagt om actie. Wie zou ik bijvoorbeeld kunnen uitnodigen om eens mee te gaan naar een kerkdienst of -activiteit? Het initaitief Kerkproeverij is daarvoor een goede gelegenheid. Het doel: kerkleden leren anderen uitnodigen.
De ervaring leert, dat ‘ uitnodigen’ nog minder vanzelf spreekt dan gastvrijheid. We zijn wat huiverig voor een directe uitnodiging. Zijn we bang, dat mensen het een rare vraag vinden? Dat ze ons opdringerig vinden? Dat ze ‘ nee’ zullen zeggen en dat dat dan de relatie schaadt? Er kunnen allerlei belemmeringen zijn. Soms zitten ze meer in ons dan in de ander. Hoe gaan we daar eigenlijk als leiders in een gemeente mee om? Kunnen we voor deze angsten zorgen? Misschien allereerst wel bij onszelf?
Zelf eropuit gaan
Uitnodigen betekent dat we er zelf op uit gaan. ‘Ga eens met me mee, dat zou ik leuk vinden, ik ben benieuwd wat je ervan vindt’. Uitnodigen doe je niet ‘ zomaar’ en je doet het persoonlijk, niet met een briefje door de deur. Vraag die buurvrouw eens mee, met wie je het wel eens hebt gehad over de kerk. De collega, die best geïnteresseerd is in vragen over het leven. Die vriend, die al jaren niet meer geweest is. Dat familielid, die af en toe gaat, maar meestal kiest voor thuis blijven. Proef een keer de kerk, voor het eerst of opnieuw. Het helpt mensen over de drempel als je zelf meegaat.
We beperken ons niet tot de kerkmensen, die we toch al iedere zondag zien, maar stappen af op mensen in onze omgeving. Natuurlijk is er dan veel meer mogelijk dan de uitnodiging voor de zondagse dienst. Lang niet iedereen heeft trek in een kerkdienst, de drempel is vaak te hoog, ook als jij het bent die uitnodigt en je zelf mee gaat. Gelukkig is ‘ kerk’ meer dan de zondagse dienst en zijn er tal van mogelijkheden om met mensen in gesprek te raken over God en Jezus. Gesprekskringen, een Alpha-cursus, een film, een wandeling, een maaltijd. Veel hangt af van de context en de eigen mogelijkheden.
Vrijblijvend, maar niet passief
De kunst is om ‘vrijblijvend-uitnodigend’ te zijn. Niet dwingend of opdringerig. Maar ook niet zonder uitnodiging, een passief ‘welkom’ is niet genoeg als mensen de kerk niet meer weten te vinden. De keuze is aan de ander, maar die keuze moet hem of haar wel worden voorgelegd.
Thema: Cultuur van uitnodiging
Dit artikel hoort bij het thema 'Cultuur van uitnodiging'. Ontdek op ons thema-overzicht meer artikelen en mogelijkheden om met jouw christelijke geloofsgemeenschap of community een volgende stap te zetten.
Uit ideaz
Dit artikel werd geschreven voor de Kerkproeverij-special van ideaz, het praktijkblad over missionair kerk-zijn in wijk en wereld. Wil je dit exemplaar helemaal lezen? Bestel 'm dan via de webshop.