Zaadjes planten met de nieuwe Jongerenbijbel

1 oktober 2024
  • Profielafbeelding van Anne-Mareike Schol-Wetter
    Door:
    Anne-Mareike Schol-Wetter

‘Welke Bijbeltekst heeft een speciale betekenis voor jou? En in welke situatie is die tekst voor jou gaan leven?’ Die vraag kreeg ik vorig jaar voorgeschoteld, tijdens een bijeenkomst met twintig collega’s van andere Bijbelgenootschappen.

We wisselden verhalen uit. Langzamerhand tekende zich een patroon af: de situatie die als eerste kwam bovendrijven bij al die mensen die zich dagelijks inzetten voor verspreiding en gebruik van de Bijbel, had zich ergens in onze jeugd afgespeeld. Van de rebelse tiener die had gezegd dat God maar via zijn Woord aan hem moest bewijzen dat Hij bestond, tot het buitenbeentje dat zich zijn hele middelbareschooltijd had vastgehouden aan Psalm 139 – allemaal deelden we de ervaring dat de nabijheid van God – die we door die ene tekst hadden beleefd – ons nooit meer had losgelaten.

Toeval? Misschien. Maar onderzoek bevestigt dat positieve ervaringen rond Bijbel en geloof die we in onze jeugd opdoen, impact hebben op de rest van ons leven. Niet iedereen met zo’n ervaring zal bij een Bijbelgenootschap gaan werken, zoals ik. Maar zaadjes die in die levensfase geplant zijn, kunnen zomaar – vroeg of laat – ontkiemen en tot bloei komen.

Hoe dan?

Als je je dus afvraagt of je je tieners en jongeren, thuis of in de kerk, soms tegen wil en dank, moet lastigvallen met de Bijbel, is het antwoord: ‘Ja!’ De volgende vraag is dan natuurlijk meteen: ‘Hoe dan?’ Want helaas, ook dat laten de verhalen zien: afdwingen kun je deze ervaringen niet.

Een inspiratiebron hierbij kan de godsdienst-pedagogische stroming van de kindertheologie zijn. Deze stroming laat zien hoe belangrijk het is om kinderen en jongeren zelf ontdekkingen te laten doen over de Bijbel. Natuurlijk kun je ook niet alle inzichten van de kindertheologie één-op-één toepassen op tieners en jongeren – de nieuwsgierigheid en verwondering die zo kenmerkend is voor jongere kinderen heeft op die leeftijd vaak plaatsgemaakt voor verveling en weerstand. Maar de openheid en gelijkwaardigheid die deze methode kenmerken, blijven waardevolle uitgangspunten.

Een rijke omgeving

Wat is dan mijn rol hierin, vraag je je misschien af. Dat begint met het creëren van een ‘rijke omgeving’, waarin Bijbel en geloof een vanzelfsprekende plek hebben. Het is verleidelijk om het vooral gezellig te houden, en dat is – zeker op die leeftijd – absoluut belangrijk. Maar daar houdt het niet op. Tieners en jongeren hebben diepgaande vragen en soms ook zorgen. Als volwassene heb je de belangrijke rol van reisgenoot en soms gids. Je creëert plekken en situaties waarin het levensverhaal van de tiener of jongere en het verhaal van de Bijbel naast elkaar worden gelegd en op elkaar kunnen inwerken. En als daar het geschikte moment voor is, deel je iets van hoe je dat zelf ervaart, en welke inzichten of ervaringen jouw eigen weg met de Bijbel hebben gevormd.

Middelen zoals de nieuwe Jongerenbijbel kunnen hierbij helpen, omdat onderwerpen die jongeren bezighouden daarin op een toegankelijke manier aan de orde worden gesteld. Maar jouw houding is misschien nog wel belangrijker. Jij laat ze merken: dit is geen ‘moetje’, het gaat ergens over! Het gaat over wie we zijn en wie we zouden kunnen zijn, in een wereld die misschien nog nooit zo verwarrend is geweest als nu.

Wie weet wisselen jouw jongeren dan over twintig jaar uit welke tekst hen juist in deze fase geraakt, getroost of in beweging heeft gezet.

Anne-Mareike Schol-Wetter is Hoofd Bijbelgebruik bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, eindredacteur van de nieuwe Jongerenbijbel en betrokken bij de nieuwe tienermethode van het NBG, Bijbel Next (bijbelnext.nl).

Meer weten over kindertheologie? Nooit meer een kleurplaatneem je stap voor stap mee in deze benadering.