Polycentrische wereldwijde missie begrijpen

Lausanne Movement

1 oktober 2024
  • Profielafbeelding van redactie
    Door:
    redactie

Elke gesprek over de toekomst van 'polycentrisme' moet beginnen bij de definitie van het begrip en de toepassing ervan op christelijke missie. In dat kader vestigde Kirsteen Kim in 2009 de aandacht op geografische invloedscentra, 'van één centrum (bijvoorbeeld in het Westen) naar “de rest”'[1]. In 2016 benadrukten Kirk Franklin en Nelus Niemand het mondiale karakter van het christendom, dat zich had ontwikkeld ‘van uitsluitend een “Euro-Amerikaanse religie” naar een mondiale religie’[2]. Patrick Fung noemde het ‘van alle naties naar alle naties’[3]. Plaats was van belang

Dit artikel is overgenomen van de Lausanne Movement

Het discours was echter pas echt ontwikkeld toen Allen Yeh polycentrisme benaderde als ‘van iedereen naar overal’[4]. Geografie was nog steeds belangrijk, maar niet als enige. De ‘wie’ die ging, was ook cruciaal. Cultuur, platform, context, gaven, capaciteiten—dit alles werd integrale overwegingen voor de ‘poly’ (vele) ontvangende en zendende centra. Joseph Handley benadrukt het belang van het concept en stelt dat polycentrisme betekende ‘vele centra, van iedereen naar overal’[5].

Deze centra werden vaak gedefinieerd met beperkende paradigma’s, en binaire termen zoals Global North of Global South. De auteurs van dit artikel kozen daarom om dergelijke termen te omzeilen. We onthouden ons opzettelijk van het gebruik van polariserende termen zoals ontwikkelingslanden / ontwikkelde landen. We benoemen continenten en landen bij hun namen en vermijden daarmee ongepaste clustering en onnodig beperkende constructen.

Bijbelse en historische modellen

Missie is vanaf het begin polycentrisch geweest. Jeruzalem was het eerste missiecentrum van de kerk.[6] Door vervolging verspreidde de kerk zich over de Romeinse wereld, tot aan Fenicië, Cyprus en Antiochië, en predikte de boodschap in principe alleen aan Joden.[7] Sommigen uit Cyprus en Cyrene gingen naar Antiochië en predikten ook aan Grieken, waardoor vele heidenen tot geloof kwamen.[8] Antiochië werd het centrum voor Paulus’ zendingsreizen en van gedocumenteerde kerkplanting door het Romeinse rijk. Deze kerk van Antiochië zond missionarissen uit naar Klein-Azië. Van daaruit vroeg Paulus Joodse gelovigen die in Europa woonden om een daar ander missiecentrum te vormen, en zo bleef God missionaire initiatieven geven op diverse plekken.

In de 20e eeuw ontstonden er nieuwe missiecentra in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.[9] In Latijns-Amerika bijvoorbeeld begonnen missionaire inspanningen kort nadat de eerste kerken daar waren opgericht, ruim voor de Conferentie van Edinburgh in 1910.[10] Timothy Halls merkte op dat het Panama Congres in 1916 één van de vele missionaire benaderingen liet zien die in die tijd in Latijns-Amerika werden toegepast, en zei: ‘Naarmate Latijns-Amerika zich vulde met het evangelie [ ... ] vond het zijn wegen naar de rest van de wereld.’[11] In 1987 beriep Luis Bush zich op de gemeenschappelijke betekenis van Panama 1916 tijdens het eerste COMIBAM-congres, door te zeggen: ‘In 1916 verklaarden Amerikanen [ ... ] Latijns-Amerika als een zendingsveld, vandaag verzamelen we ons in São Paulo om Latijns-Amerika te verklaren als een zendingskracht.’[12] Panama 1916 definieerde Latijns-Amerika als nieuw christelijk centrum en in 1987 werd de toewijding om verder te groeien onderstreept.

De Global Consultation van de WEA-MC in Panama in 2016[13] benadrukte deze diversificatie van missiecentra.[14] Bertil Ekström, voormalig directeur van WEA-MC, verwees naar het Panamakanaal als 'een soort metafoor voor een steeds polycentrischere wereld, en ook voor de kerk'. Hij merkte verder op dat de Heilige Geest bij het uitzenden van mensen in Gods missie hen koos uit ‘alle hoeken van de wereld' en uitzond 'naar alle naties'.[15]

In de afgelopen decennia hebben we fenomenale veranderingen gezien.[16] Zendingswerk is een prachtige mozaïek geworden van volkeren, culturen, smaken, geluiden, enzovoorts.[17] Fung merkt op: 'Vandaag de dag zien we kerken van alle groottes van over de hele wereld direct betrokken bij cross-culturele bedieningen (en) samenwerking met een zendingsorganisatie is slechts een van de vele opties.'[18] In tegenstelling tot traditionele organisaties, zien veel Afrikaanse kerken zichzelf als centra van missie, waarbij ze los van organisaties handelen, als deze al bestaan. De Assemblies of God in Kenia sturen zendelingen direct naar de onbereikten. Dit gebeurt ook in kleinere kerken zoals de Deliverance Church (Ngong Vet, Kenia), die zendelingen naar een onbereikte volken in het buitenland sturen. Perbi en Ngugi, die werken aan de mobilisatie van de Afrikaanse kerk, merken op: 'De geschiedenis van de christelijke beweging wereldwijd is een verhaal van samenwerking tussen lokale kerken en zendingsorganisaties (die) God heeft gebruikt... om het evangelie vanaf de eerste eeuw tot nu te verder te brengen. Deze structuren verrijken elkaar en bereiken meer samen.'

Er wordt veel inspanning gedaan op een goede manier samen te werken en niet te concurreren. Dit is een voortdurende zoektocht. Zes gebieden zijn de moeite waard om verder te onderzoeken op deze zoektocht. Daarbij belichten we drie hedendaagse verschuivingen en benoemen drie kansen voor polycentrische missie.

Hedendaagse polycentrische verschuivingen

Methodologie

Ondanks wereldwijde demografische verschuivingen gaat de inzet vanuit historische zendingscentra door.[19] De Africa Inland Mission (AIM) bijvoorbeeld behoudt een hiërarchische structuur, is in haar aanpak nu gericht op samenwerking om 'een kerk voor elke bevolkingsgroep in Afrika' te realiseren.[20] Voorheen was de vraag: hoe bereikt AIM haar missie? Nu vragen ze: hoe bereiken wij (inclusief lokale partners in het veld) onze missie? AIM's Afrikaanse mobilisatiecentra in Kenia en Tanzania, waar een meerderheid geen AIM-personeel is, laten deze realiteit zien. Terwijl ze hun doelstellingen behouden, wordt de bestuurdersstoel bezet door locals en partners.[21] Belangrijke posities, inclusief regionale kantoren, worden nu geleid door Afrikanen.[22] Dit is nieuw, aangezien AIM een westerse organisatie blijft.

Zendingsorganisaties die in de 19e eeuw zijn ontstaan, kunnen hun mandaat in nieuwe zendingscontexten gestalte geven door intercultureel te handelen.[23] Het AIM-leiderschap bevestigt dat intercultureel leven 'een cultuur binnen een organisatie creëert die herkenbaar en comfortabel is, zodat niet alleen Amerikaanse burgers, maar ook Nigerianen zich comfortabel voelen, terwijl iedereen zich ook ongemakkelijk voelt.'[24]

Onderwijs

Polycentrische missie vereist een benadering van onderwijskundig bestuur en beheer die decentraal en multisectoraal is. In alle onderwijsprocessen moeten studenten, docenten, ouders, beheerders en beleidsmakers opzettelijk, proactief, wederzijds, gepassioneerd en consequent betrokken zijn. Gebieden die vroeger ontvangers waren en nu zenders zijn, moeten contextuele kwesties aan de orde stellen om zo te komen tot een eigen aanpak. Traditionele zendende instellingen kunnen niet langer alleen de terminologie bepalen. Veel huidige onderwijskundige benaderingen zijn erfenissen uit de koloniale tijd die weinig of geen herziening hebben ondergaan. Dit heeft onbedoeld de kwaliteit van het onderwijs beïnvloed, irrelevantie en fragmentatie in curricula bevorderd, en in hoge mate bijgedragen aan toenemende maatschappelijke ongelijkheden. De door deze ongelijkheden veroorzaakte kloof resulteerde in inefficiënte onderwijsprocessen, verergerd door de COVID-19-pandemie.

Polycentrisme biedt groot potentieel voor het ontwerp van onderwijsbeleid en -programma's,[25] de verbetering van het onderwijs wereldwijd,[26] en de ontwikkeling van unieke programma’s voor specifieke contextuele behoeften.[27] Missieleiders, beleidsmakers en alle belanghebbenden in de onderwijssector kunnen verloren terrein herwinnen in de uitvoering van de Grote Opdracht, als zij daarbij erkennen dat de geschiedenis van het onderwijs diep geïntegreerd is met de geschiedenis van zendingen en zendingswerk.

Geestelijke gezondheid

Geestelijke gezondheid heeft een directe correlatie met het welzijn en het vermogen van individuen en gemeenschappen om te bloeien.[28] De afgelopen decennia zagen een toename van globalisering en ‘glokalisering’, waarbij miljoenen mensen de wereld rondreisden voor kortdurende missies en allerlei vormen van toerisme, of het nu religieus is of in het kader van fitness, onderwijs en entertainment. Hoewel deze reizen het welzijn van sommigen verbeterden, en positieve prestaties bevorderden in het bestaan of de missie van organisaties, bracht het anderen een slechtere geestelijke gezondheid vanwege verbroken relaties, mislukte projecten en onvervulde verwachtingen.[29]

Polycentrische missie kan de capaciteit van mensen vergroten om zich te richten op hun sterke punten en kennis, vaardigheden, waarden en attitudes wereldwijd aan te bieden. Het internet vergroot de mogelijkheden om buiten lokale contexten te delen. Socialemediaplatforms faciliteren het delen van beelden, ideeën, vaardigheden en alle soorten kennis. Terwijl sommigen erin slagen bloeiende bedrijven, zendingsorganisaties en onderwijsinitiatieven te creëren, bezwijken anderen aan ongezond consumentisme en frustratie. Deze enorme mogelijkheden hebben geleid tot problemen zoals cyberpesten, cyberonveiligheid en internetverslaving. Zo heeft een van de belangrijkste tools van het polycentrisme, namelijk het internet, tegelijkertijd bijgedragen aan slechte geestelijke gezondheid in veel gemeenschappen.

Kansen voor polycentrisme

Onderzoek

Als God het wil en de mogelijkheden schenkt, zal polycentrische missie steeds meer profiteren van onderzoek de meest passende vertegenwoordigers van de kerk te kunnen uitzenden naar de meest geschikte plaatsen van dienst.

Historisch gezien is de inzet van missie begonnen met een analyse van de behoefte. Op het Eerste Lausanne Congres in 1974 pleitte Ralph Winter voor de prioritering van onbereikte bevolkingsgroepen. Dit legde de basis voor inzet gericht op groepen met een gebrek aan toegang tot het evangelie.[30] Tegen de eeuwwisseling had de kerk behoorlijk complete lijsten van de bevolkingsgroepen in de wereld.[31] Verfijningen van de strategische definities van ‘behoefte’ volgden toen. Patrick Johnstone categoriseerde lange lijsten van bevolkingsgroepen. Hij maakte een pragmatische tweedeling in vijftien ‘affiniteitsblokken’ en meer dan 250 bevolkingsclusters.[32] Bevolkingsclusters worden nu algemeen erkend als ‘nuttig voor grote doordenking van [...] strategieontwikkeling en toewijzing van middelen’.[33] Het Joshua Project toont aan dat ‘het concept van bevolkingsclusters kan leiden tot verbeterde efficiëntie en effectiviteit in het zendingswerk om discipelen te maken onder alle volken’.[34]

Naast behoefte kan een verbeterd zicht op affiniteit bijdragen aan een betere polycentrische inzet. Modellen zoals de theorie van culturele dimensies kunnen cross-culturele werkers helpen interpersoonlijke uitdagingen te herkennen en relationele barrières te verlagen.[35] Hulpmiddelen zoals de ‘World Values Survey’ kunnen missiewerkers een beter begrip geven van hun eigen waarden en die van anderen. Zo kan relatieopbouw zorgvuldiger en authentieker plaatsvinden.[36]

Deze nieuwe middelen die culturele waardering van de ‘ander’ bevorderen, zullen ook bijdragen aan gerichte voorbede, aangezien onderzoek en gebed twee kanten van dezelfde medaille kunnen zijn. Iedereen kan iets doen, door geïnformeerd en bewust te zijn over de mogelijkheden van de wereldkerk, de behoeften van de wereld en het besef dat niemand alles kan. Bidden kan immers overal.

Migratie

Migratie is historisch gezien een onderdeel van missie geweest. Yaw Perbi stelt dat ‘Afrika’s 500.000 internationale studenten (10 procent van de totale bevolking van Afrika) het ‘best bewaarde geheim’ van de Afrikaanse diaspora zijn. Zelfs als 50% van hen christen is, is dat een leger van 250.000 voor de Grote Opdracht!’[37] En zoals Nzathan Moore en Victoria Bfreeze opmerken, ‘de toename van het aantal Afrikaanse studenten in China is opmerkelijk. In minder dan 15 jaar is het aantal Afrikaanse studenten 26 keer zo groot geworden, van iets minder dan 2.000 in 2003 tot bijna 50.000 in 2015.’[38] Perbi en Ngugi vatten samen: ‘Christelijke studenten in relatief gesloten landen [...] kunnen worden beschouwd als een moderne zendingskracht gefinancierd door moeilijk toegankelijke landen die zendelingen nodig hebben.’[39]

Verder zorgt economische migratie voor toegang tot landen die niet openstaan voor traditionele zendelingen. Kenneth Ross bijvoorbeeld associeert de economische moeilijkheden in Afrika met migrantenzendelingen.[40] Het blijft een verantwoordelijkheid van de kerk in Afrika, Latijns-Amerika en Azië om migrantengelovigen gericht op te leiden zodat, als ze naar het buitenland gaan, ze, net als Priscilla en Aquila, effectieve getuigen van het evangelie kunnen zijn.

Mobilisatie van hulpbronnen

Missie kan helemaal niet mondiaal zijn als financiering voor missie geen wereldwijde realiteit is.[41] Het grootste deel van het ‘christelijke’ vermogen momenteel in handen is van gelovigen in Noord-Amerika.[42] De polycentrische kerk heeft enkele uitdagingen:

(1) hoe vrijgevigheid en verantwoording te stimuleren bij degenen die rijkdom bezitten,

(2) hoe gezonde kanalen te creëren tussen degenen die meer rijkdom bezitten en degenen die minder rijkdom bezitten, en

(3) hoe nieuwe financieringsbronnen te creëren.

Onderzoek van Kirk Franklin en Nelus Niemandt

Kirk Franklin en Nelus Niemandt onderzochten gegevens van vijf beraadslagingen over 'financiering van Gods missie' georganiseerd door de Wycliffe Global Alliance in 2013-2014.[43] Een doel van dit onderzoek was om ervoor te zorgen dat leiderschap vanuit de wereldwijde kerk kon bijdragen 'als gelijke partners' om 'een evenwichtige invloed te hebben op de missiestrategie voor zendingsorganisaties'.[44] In een proces van luisteren werden negentien principes voor financiering ontwikkeld.[45] Deze principes zijn ook relevant buiten de Wycliffe Alliance en zelfs buiten organisatiestructuren en kerkstructuren.

Met deze toenemende samenwerking kunnen we een bron van nieuwe middelen voor missies verwachten.[46] Gods middelen zijn even grenzeloos als zijn liefde. Hij heeft alles in onze handen en onze harten geplaatst wat we nodig hebben om zijn opdracht te vervullen.

Conclusie

Het uitwerken van toenemend polycentrisme is gecompliceerd, maar waardevol. Met bijbelse wortels, historisch aanpasbare structuren, onderzochte ondersteuning en uitstekende training kunnen en zullen gezonde ambassadeurs voor Christus zich wereldwijd verspreiden. Er zijn effectieve manieren om hen te identificeren, uit te rusten en in te zetten, en er zijn middelen om hen te ondersteunen in het gehoorzamen van de oproep van Christus. De kerk van Jezus Christus zal de besten zenden op zijn bevel.


[1] Kirk Franklin and Nelus Niemandt, “Polycentrism in the missio Dei,” HTS Teologiese Studies/Theological Studies 72, no.1 (2016).

[2] Ibid.

[3] Patrick Fung, “Cooperation in a Polycentric World,” 5.

[4] Allen Yeh, Polycentric Missiology: 21st Century Mission from Everyone to Everywhere (IVP Academic, 2016).

[5] Joseph Handley and Micaela Braithwaite, “What Is Polycentric Mission Leadership? What the Trinity, Scripture, and Orchestras Can Teach Us About Decision-Making in the Church,” Lausanne Movement, September 20, 2022. https://lausanne.org/about/blog/what-is-polycentric-mission-leadership.

[6] ‘But you will receive power when the Holy Spirit comes on you; and you will be my witnesses in Jerusalem, Judea, Samaria and to the ends of the earth.’ (Acts 1:8)

[7] Handelingen 11 vers 19

[8] Handelingen 11 vers 20-21

[9] Though data is limited, the Middle East was another historic, growing, mission centre. We would be so enriched to learn more of the history of mission in Asia, Africa, and the Middle East.

[10] In 1908 in Brazil, the Brazilian Baptist Convention supported North American and indigenous missionaries in Chile. In 1910 the Brazilian Presbyterian church sent a missionary to Portugal. In 1911 the Brazilian Baptist Convention sent their first missionary to Portugal, followed by a second worker in 1925. In 1928 the Missão Evangélica Caiuá convened as an indigenous agency focused on the tribal peoples of Brazil. In 1948 MEVA, with a similar vision, was established. In 1946 in Peru, AMEN convened, which was established by Pastor Juan Cuevas to reach indigenous groups in Peru, later growing to send missionaries overseas.

[11] Timothy Halls, from a verbal presentation at the WEA-MC Global Consultation, Panama 2016.

[12] Ibid.

[13] The location, Panama, was chosen to celebrate the 100th anniversary of the 1916 conference.

[14] ‘The Panama conference (1916) originated as a reaction to the Edinburgh World Mission Conference (1910), as mission organizations who worked in Latin America were not invited. The Edinburgh organizers considered Latin America to already be evangelized by the Roman Catholic Church. The Panama organizers disagreed, and as a result, various North American and European mission societies formed the Committee on Cooperation in Latin America (CCLA in 1913) to discuss mission to Latin America. In 1916 it was calculated that 1% of the population of Latin America was Protestant. In 2014 the figure was nearly 20% (Pew Research). The world is changed.’ (from an All Nations Christian College article).

[15] Bertil Ekström, from a verbal presentation at the WEA-MC Global Consultation, Panama 2016.

[16] See Patrick Johnstone, The Future of the Global Church, 238–239. Johnstone notes that in 2000 there were just over 200,000 cross-cultural missionaries, most from North America and Asia, followed by Europe, Africa, Latin America, and the Pacific. By 2010 Asia had the majority, with expansion in Korea, India, and China. Africa and Latin America saw much growth in that period as well. This resource provides well-researched data from 1900 to 2010 and estimates for the period from 2010 to 2050. Among other aspects, he points to church growth, population growth, mission, migration, health issues, and economic changes.

[17] Personal testimony of a missionary who, with his wife and children. experienced this in the late 90s in Central Asia. For seven years, they were part of a multicultural church-planting team, formed by one family from South Korea, one from the UK, one from the US, and one from Latin America. He testified that it is not only possible or doable, but actually of great value and benefit for demonstrating and proclaiming the gospel of Jesus Christ among those who have not yet heard of or received him.

[18] Ibid.

[19] AIM, with its origins in the US, has operated in East Africa for 135 years (1885–present). Anthony Swanson currently serves as AIM’s East Africa regional executive officer.

[20] Personal interview with Anthony Swanson by Dr Steven Mbogo, April 2023. Swanson notes that AIM has experienced a drop of about 100 missionaries in the last 10 years, but missionary numbers to East Africa have generally remained constant.

[21] Ibid.

[22] AIM’s central region is led by an African from Botswana.

[23] Catholic missiologist Antony Gittens is among those that advance ‘living interculturally’. Anthony Gittins, Living Mission Interculturally: Faith, Culture, and the Renewal of Praxis.

[24] Interview with Anthony Swanson.

[25] The involvement of multiple stakeholders would contribute to diverse beneficial perspectives. For example, education should provide opportunity for choice where ‘students should be offered a diverse range of topic and project options, and the opportunity to suggest their own topics and projects, with the support to make well-informed choices’ The Future of Education and Skills 2030: The Future We Want. OECD, 2018, https://www.oecd.org/education/2030-project/about/documents/E2030%20Position%20Paper%20(05.04.2018).pdf.

[26] Ibid. The collaborative decision-making embedded in polycentric processes could have global impact. A multifaceted approach to dealing with unequitable outcomes of education can bridge the rampant issues of access to quality education. For example, education needs to be integrated where “learners should be given opportunities to discover how a topic or concept can link and connect to other topics or concepts within and across disciplines, and with real life outside of school.”

[27] Ibid. The engagement of local and regional communities in decision making would address specific contextual needs. For example, education should be relevant where “learners should be able to link their learning experiences to the real world and have a sense of purpose in their learning. This requires interdisciplinary and collaborative learning alongside mastery of discipline-based knowledge” (OECD, 7). The engagement of local and regional communities can lead to unique programme designs for specific contextual needs. Education should be relevant where ‘learners should be able to link their learning experiences to the real world and have a sense of purpose in their learning. This requires interdisciplinary and collaborative learning alongside mastery of discipline-based knowledge.’

[28] Won Ju Hwang and Hyun Hee Jo, “Impact of Mental Health on Wellness in Adult Workers,” Frontiers in Public Health 9, no. 743344 (Dec. 16 2021), doi:10.3389/fpubh.2021.743344 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8716594/

[29] Rosemary Wahu Mbogo. “Biblical Foundations of Short-term Missions (STMs) and Its Implications for Christian Higher Learning.” Universal Journal of Educational Research 7. no. 6 (2019): 1395–1401. 10.13189/ujer.2019.070607

[30] Ralph Winter (https://lausanne.org/content/lga/2022-11/ralph-winters-and-the-people-group-missiology)

[31] David Barrett’s World Christian Encyclopedia of 2001 contained the first published, full list of the known ethno-linguistic people groups of the world.

[32] Patrick Johnstone, “Affinity Blocs and People Clusters,” Mission Frontiers, March 1, 2007.

[33] https://joshuaproject.net/resources/articles/why_people_clusters

[34] Ibid.

[35] Created by anthropologist Geert Hofstede. https://www.hofstede-insights.com/models/national-culture/

[36] https://www.iffs.se/en/world-values-survey/

[37] Perbi & Ngugi, Africa to the Rest, 124.

[38] Nzathan Moore and Victoria Bfreeze. “China has overtaken the US and the UK as Top Destination for Anglophone Students” Quartz Africa, June 30, 2017.

[39] Perbi & Ngugi, Africa to the Rest, 71.

[40] ‘A new (or recovered) pattern of missionary activity is emerging in which the poor take the gospel to the rich. Africa is the world’s poorest continent and unsurprisingly the one from which the greatest number of migrants originate. It is also the continent with the most vibrant expansion of Christian faith. Hence many migrants come from the new heartlands of Christianity and bring the flame of faith to the old centres in the north where the fire is burning low.’ Kenneth Ross, “Polycentric Theology, Mission, and Mission Leadership,” Transformation: An International Journal of Holistic Mission Studies 38, no 3 (July 6, 2021): 218.

[41] 2020 income data from: https://data.worldbank.org/indicator/NY.ADJ.NNTY.PC.CD. 2020 evangelical projection from data of Operation World 2010 DVD http://www.orperationworld.org/

[42] Kirk Franklin and Nelus Niemandt, “Funding God’s Mission: Towards a Missiology of Generosity”, Missionalia 43, no. 3 (2015): 390. http://dx.doi.org/10.7832/43-3-98.

[43] Kirk Franklin, “Funding,” 385. The data was collected over 18 months, involving 145 people from 51 nations.

[44] Ibid.

[45] These principles included the awareness that God invites and enables the church worldwide to participate with him in mission; God creatively provides through a diversity of people, means, and resources; sharing resources is an interdependent, relational activity where all are valued and everyone graciously gives and receives; sharing resources must be sensitive and responsive to multiple cultures and contexts; and ‘in the process of giving and receiving, the dignity of all is honored and valued through respectful relationships and friendships’. See ibid, 401-402, for all 19 principles.

[46] For example, women are likely to become an ever more significant philanthropic force. See Barna Research, The Impact of Women, The State of Generosity Series, Volume 6. 

Wellicht vind je dit ook interessant

Is het wel terecht om te geloven in de kracht van de lokale kerk?

Is het terecht om te geloven in de kracht van de lokale kerk? En hoe nadrukkelijk moet je dan als kerk aanwezig zijn in …
Lees verder

Zo strijden kerken in Congo voor gelijkwaardigheid tussen man en vrouw

Geweld is in de Democratische Republiek Congo (DRC) helaas aan de orde van de dag en je komt het tegen in alle lagen van…
Lees verder

Hoe ga je als kerk om met coronaverdeeldheid?

Verdeeldheid door coronamaatregelen, ze gaat aan christenen niet voorbij. Toch is eenheid tussen christenen een diep ver…
Lees verder