Ik schrijf een paar bijdragen over evangelisch-charismatische liturgie (ECL). Dank voor de behulpzame vragen en reacties.
In de vorige bijdrage 'Wat is evangelisch-charismatische liturgie?' gaf ik een definitie met zes kenmerken. In deze post schrijf ik iets over het eerste kenmerk.
Mijn definitie van de evangelisch-charismatische liturgie (ECL) luidt:
Een (1) eenvoudige liturgie in (2) begrijpelijke taal waarin het accent ligt (3) uitvoerig zingen van liederen in een populair genre, (4) appellerende prediking over relevante thema's en (5) ruimte voor spontane participatie. Dit alles in een (6) herkenbare en informele stijl.
Onversneden ECL
Het eerste kenmerk van ECL is een eenvoudige liturgie. Theologen die zich bezighouden met liturgie(k) spreken vaak over 'ordo', de ordening binnen een liturgie. De ordo van een 'onversneden' ECL ziet er zo uit:
- Aanbidding: meerdere liederen en gebeden achter- en door elkaar (zie kenmerk 3).
- Preek/onderwijs: lezing en vooral uitleg van de Schrift (kenmerk 4).
- Antwoord: ruimte om (actief) te antwoorden op de preek. Dat antwoord kan allerlei vormen hebben: een oproep/uitnodiging, viering van het avondmaal, gebed of de inzet van de gaven van de Geest. Vaak worden deze vormen gecombineerd.
Ik spreek hierboven over een 'onversneden' ECL. Daarmee bedoel ik de basale vorm die je nog regelmatig tegenkomt in bijvoorbeeld verschillende evangelie-gemeentes. In meer gevestigde kerken met evangelische inslag worden ze meestal aangevuld met andere liturgische elementen (votum en groet, wetslezing, voorbeden, Onze Vader, zegen, etc.).
Geen voorbeeldliturgie
De evangelische beweging deelt het streven naar (of de praktijk van) een eenvoudige liturgie met de calvinisten, maar ze komen tot dat streven vanuit een radicaal tegenovergestelde richting. Dat zit zo.
In het Oude Testament zijn allerlei richtlijnen en instructies te vinden voor de offerdienst in de tabernakel/tempel (zie vooral het boek Leviticus). In het Nieuwe Testament is zo'n boek echter niet te vinden. En daarnaast: ook Leviticus laat heel veel open (bijvoorbeeld: wat moest de priester zeggen bij een offer?). In de Bijbel vinden we nergens een voorbeeldliturgie. Nergens staat een ordo beschreven. Nergens vinden we de exacte volgorde van liturgische handelingen.
We vinden in de Bijbel dus veel bouwstenen, maar nergens een bouwtekening
Wat we wel vinden in de Bijbel zijn allerlei 'liturgische bouwstenen', dingen die de eerste christenen deden in hun samenkomsten: bidden, zingen, onderwijs, een gezamenlijk amen, avondmaal en ook een agapè-maaltijd (blijkbaar iets anders dan 'het avondmaal'), etc.
We vinden in de Bijbel dus veel bouwstenen, maar nergens een bouwtekening. En daarom zijn er vragen over de volgorde (bijv. eerst de mededelingen en dan pas het votum? Of de collecte altijd na de preek nooit voor?) en ook over de vorm (bidden: hardop? in stilte? staande? geknield? handen gevouwen? handen geheven?).
Calvinisten
En nu kom ik bij Calvijn en diens eenvoudige liturgie. Want hoe moeten we dan omgaan met het Bijbelse materiaal dat er wel is? Grofweg zijn daar in de geschiedenis twee antwoorden op gegeven:
- We mogen alleen liturgische handelingen verrichten die expliciet of impliciet in de Bijbel te vinden zijn en verder niet. Dus: nee, tenzij in de Bijbel te vinden. Dus bijvoorbeeld geen liturgische kleuren, geen responsies, alleen psalmen zingen.
- Alle liturgische handelingen zijn toegestaan die niet expliciet in de Bijbel worden verboden (zoals het eten van vlees dat aan de afgoden is geofferd). Dus: ja, mits de Bijbel het niet verbiedt. Dat wordt zichtbaar in de liturgie. Er is alle ruimte voor kaarsen en kleuren, voor acclamaties of een toneelstukje rond het kinderlied.
Voor beide denkwijzen zijn goede (theologische) argumenten te noemen. Maar waar het om gaat is dat je tot twee totaal verschillende liturgieën kunt komen. Sommige liturgische tradities (o.a. calvinisten, anabaptisten) vinden de argumenten voor optie 1 sterker. Sommige liturgische tradities (o.a. anglicaans, evangelisch) kiezen voor optie 2.
De context bepaalt
En, hoewel de basisliturgie flink verschilt, zo zijn zowel de Calvinistische liturgie als de ECL beiden eenvoudig. Calvinisten houden elementen buiten de liturgie omdat die niet in de Bijbel te vinden zijn. In de ECL houdt men dingen buiten de liturgie omdat er Bijbels gezien veel mag maar er weinig moet. De context bepaalt. En daar pak ik de volgende keer de draad weer op (kenmerk 6).
Herken je de bovenstaande discussie in jouw kerk (nee, tenzij…; ja, mits…)?
Hoe zou jij die vraag beantwoorden?
Over Bart Visser
Bart Visser schrijft een serie bijdragen via LinkedIn over de evangelisch-charismatische liturgie. Hij is theoloog en musicus. Hij studeerde Piano-LM aan het conservatorium in Zwolle en Theologie aan de VU in Amsterdam. Hij is directeur van New Wine.