Onze tijd is een tijd van individualisme. De Babyboomers (geboren tussen 1950-1970) hebben individualisme steeds sterker zien worden. Voor de jongste generaties, Gen Z (geboren tussen 2000-2015) en Millennials (geboren tussen 1985-2000), is het de enige verhaallijn die ze kennen. Leren over generaties, betekent voor mij dat ik nieuwsgierig ben naar de kenmerkende en heersende verhalen in hun vormende jaren. Dit vormt wat normaal is in hun denken, de narratieve bril waarmee zij hun levenskeuzes maken. Individualisme is zo’n narratief: Jij bent je eigen noordpunt in je keuze-kompas.
Dat wat begon als een reis naar meer vrijheid, meer autonomie, wordt nu als kenmerk toegeschreven aan de jongste generaties: Zij krijgen labels als zelfzuchtig of narcistisch. “Individualisering is de ontwikkeling in de maatschappij waarbij het individu en zijn behoeften meer centraal komen te staan. Hierbij wordt een individu niet langer beschouwd als een lid van een groter geheel (zoals gezin of maatschappij), maar ligt het accent op die persoon als zelfstandig en zelfbepalend wezen.” Zoveel van dat wat in de bovenstaande definitie wordt omschreven als ‘groter geheel’, bestaat nog nauwelijks. Gezinnen vallen uit elkaar. Religie is al langer niet meer een autoriteit en ook de politiek zie je nu autoriteit verliezen. Het zelfbepalende wezen is overgebleven. Dat is het normaal voor Generatie Z: Ik bepaal. Ik bepaal wat waarheid is. Ik bepaal wat goed en kwaad is. Ik bepaal mijn noordpunt.
Hoe verhoudt zich dat tot wie wij als kerk zijn? Waarschijnlijk voel je al met mij aan dat het verhaal van de kerk op spanning staat met het heersende narratief van het individualisme. In de kerk geloven we dat we deel zijn van een groter geheel. God zelf zegt in Genesis 2 vers 18 dat het niet goed is dat de mens alleen is. Ik zie deze tekst als een spiegel voor ons als kerk en maatschappij. Wij, het lichaam van Christus, zijn één geheel. Het grote contrast tussen deze twee verhaallijnen betekent dat we Gen Z én onszelf moeten leren wat het betekent om onderdeel te zijn van een groter verhaal. Niet een groter verhaal dat jou dient, maar een verhaal waarin God centraal staat. Wat betekent het om te weten dat je geschapen bent? Ontworpen en bedacht door een God die ons al ziet vanaf de moederschoot. Wij geloven in een God die voorafgaat aan de keuzes die wij hebben. Daar zit hoop in.
Voor een generatie die heeft geleerd om zijn eigen noord te zijn, is het een totale omslag om God als noordpunt te hebben. Het is compleet tegenovergesteld om al je keuzes aan Hem en de ander te relateren. Dat is een verandering van denken die uiteindelijk alleen de Heilige Geest teweeg kan brengen, maar het helpt ons wel om ons ervan bewust te zijn dat we daarin nieuwe lessen te leren hebben, voor het eerst of opnieuw.
Hanneke van der Meer is generatie-expert en werkt voor Navigators IMPACT.