Is een wervingscampagne het antwoord voor de lokale kerk na anderhalf jaar corona? Deze strategie van een ‘kom weer terug- campagne' hoorde ik afgelopen maanden vaker terug in gesprekken met kerkleiders. Vlak voor de zomervakanties ontmoeten leiders van lokale kerken die aangesloten zijn bij het MissieNederland-netwerk elkaar. We spraken over wat (tot nu toe) de geleerde lessen zijn voor de lokale kerk na anderhalf jaar corona. In de kleine gespreksgroepen sprak een van de leiders over hun plannen voor september. Alles werd uit de kast gehaald om alle leden weer te motiveren of te verleiden om naar de ontmoetingen van de kerk te komen.
Op dat moment kwam in mijn hart een vraag naar boven: 'Wil ik eigenlijk wel weer terug naar hoe het was?' Tegelijkertijd hoorde ik ook geluiden van anderen die aangeven: 'Nou, mij hoef je er niet voor over te halen. Ik kan niet wachten tot het zo ver is!' En mensen die overtuigd zeggen: 'Van mij hoeft het niet meer.'
In anderhalf jaar coronatijd is er veel veranderd. Diensten mochten af en aan meer of minder bezoekers ontvangen. Veel van het gemeentewerk verschoof naar online of kwam helemaal stil te liggen. Maar ook de mensen in de gemeente zijn veranderd. In reactie op de coronatijd ontwikkelden mensen diverse verlangens en behoeften. Het is goed om daar even bij stil te staan, want anders kan het zomaar zijn dat je met een ‘Kom weer terug'- strategie bij een deel van je gemeenteleden de plank misslaat.
In het afgelopen half jaar vroeg ik diverse kerkleiders en jeugdwerkers wat voor soorten gemeenteleden zij zien in reactie op de coronacrisis. Hoe kijken mensen naar kerk-zijn en kerkdiensten na anderhalf jaar coronamaatregelen? Wat zijn hun verlangens en misschien zorgen? En hoe kun je als kerkleiders anticiperen op deze verschillende behoeftes?
Vijf typen gemeenteleden na anderhalf jaar corona
Uit die gesprekken kwamen tot nu toe zo’n vijf soorten gemeenteleden:
- De corona-kartrekkers
- De zin-in-kerk-zoals-het-was-gemeenteleden
- De nieuwe aanhakers
- De geloofsafhakers
- De kerk (zoals het was) afhakers
1. De corona-kartrekkers
Deze groep zag je het achterliggende anderhalf jaar veel in de kerk. De corona-kartrekker is een gemeentelid dat afgelopen anderhalf jaar flink gebuffeld heeft om wat van de activiteiten (met name de eredienst) overeind te houden. Van deze groep mensen werd een ongekende flexibiliteit en creativiteit verwacht. Veel gemeenteleiders, voorgangers en werkers vallen hieronder. Veel van hen zijn inmiddels moe. Hoe kijken zij uit naar een mogelijk ‘normaler' kerkelijk seizoen? Hebben ze behoefte aan rust? Hoe worden zij gekend in hun behoefte? Of gaan zij nog even hun krachten verzamelen om de gemeente weer ‘terug’ te krijgen, met een spetterend startzondag, -week of -maand. Hoe is dat voor hen? Welke verwachtingen hebben zij van hun inspanningen? Wat als die verwachtingen tegenvallen? En als jij zelf gemeenteleider bent, stel eens aan jezelf eens de vraag: hoe gaat het met mij en met mijn ziel?
2. De zin-in-kerk-zoals-het-was-gemeenteleden
Een deel van de gemeenteleden die voor corona kerkelijk betrokken waren, wil graag weer terug naar hoe kerk was voor corona. Daar zullen ook een deel van de corona-kartrekkers bij horen, maar ook anderen. Zo gaf het onderzoek van de Evangelische Omroep en het Nederlands Dagblad aan dat 78,5 procent denkt even vaak naar kerk te komen na corona als voor corona. In de gesprekken van het afgelopen jaar valt het mij op dat dit niet zozeer gekoppeld is aan een bepaalde generatie. Het lijkt meer te zijn gekoppeld aan de mate van verbinding met de gemeente voor corona of wel het (opnieuw) realiseren van de waarde van die verbinding tijdens corona.
Een valkuil voor deze groep is wellicht de verwachting dat iedereen dezelfde behoefte heeft. Hoe wordt er door hen gekeken naar gemeenteleden die niet terug (willen) gaan naar kerk zoals voor corona? Wat als blijkt dat terug naar hoe het was niet kan of nog langer duurt? Omdat bijvoorbeeld er te weinig mensen zijn die het zien zitten om een taak op te pakken die passen bij kerk zoals het was?
3. De nieuwe aanhakers
Toen ik kerkleiders vroeg om de verschillende doelgroepen te definiëren riepen meerdere dat we niet moeten vergeten dat er ook best wat mensen zijn aangehaakt. Juist in de coronacrisis kreeg geloof en kerk voor hen betekenis. Verhalen van jongeren en volwassenen die juist door de crisis meer gingen nadenken over geloof en kerk. Mensen die met hun (bijvoorbeeld technische) talenten opeens wel aanhaakten. Veel tienerleiders vertelden dat tieners juist in coronatijd gretig waren om bij de tieneractiviteiten te zijn. Het is goed om met deze groep in gesprek te gaan. Zou een ‘kom weer terug- strategie' voor hen betekenen dat ze weer naar de achtergrond verdwijnen? Welke behoeftes hebben zij aan een kerk na de crisis? Wat maakte dat zij aanhaakten?
4. De geloofs-afhakers
Helaas moeten we ook onder ogen zien dat een deel van de gemeente is afgehaakt of nog aan het afhaken is. Gemeenteleden die wellicht juist door de crisis zijn gaan worstelen met geloofsvragen en daar geen goed antwoord op weten te vinden. Bij de 'geloofs-afhakers' die ik sprak tijdens de coronatijd, viel het mij op dat zij vaak voor de coronacrisis al twijfels hadden. Of dat zij met het wegvallen van de kerkelijke ingesleten routines ontdekten dat achter de routines weinig geloof(svreugde) bleek te schuilen. Waar zijn deze gemeenteleden nu? Worden zij gezien en worden hun vragen en worstelingen erkend of besproken?
5. De kerk (zoals het was)-afhakers
Een andere groep die werd onderscheiden bestaat uit mensen die niet geloof maar wel (hun) kerk (zoals we dat tot nu toe vormgaven) vaarwelzeggen. Of in ieder geval twijfels hebben bij het terug gaan naar kerk zoals het was. Redenen zijn divers. Sommigen vanuit teleurstelling van wat (hun) kerk (niet) bleek te zijn tijdens de coronacrisis. Anderen door het ontdekken van nieuwe of andere ritmes en plekken waarin geloof wordt gevoed. Zo vertelde een moeder dat ze in coronatijd samen met haar tieners de BEAM kerkdienst volgde. Dat leidde tot meer geloofsgesprekken in het gezin en het samen beleven van geloof. Dat herken ik ook zelf na anderhalf jaar elke zondag met mijn kinderen kleine kerk vieren. Teruggaan naar hoe het was voelt dan als een verlies van gevonden diepgang en verbondenheid met het gezin. Maar ook het verlies van gemak en rust in een maatschappij van onrust en drukte. ‘Het was ook altijd een vol programma op zondag. Vooral als ik een taak had in de dienst.’ Ook andere redenen komen voorbij. Zo vertelde iemand dat ze voor corona al niet zo hield van mensenmassa’s. ‘Ik zie op tegen het weer zijn in een grote groep.’ Iemand anders: ‘Met het wegvallen van de ontmoetingen tijdens corona merkte ik hoe weinig connectie ik had met de gemeente. Onze gemeente is een regiogemeente en ik kom niemand tegen buiten de diensten om. Daardoor bleek de geloofsgemeenschap een zondagsgebeuren te zijn. Dat wil ik niet. Ik wil met anderen geloven op alle dagen van de week.’
Vermoedelijk voelen veel van deze kerk-afhakers zich eenzaam of misschien zelfs schuldig. Want staat er niet in de Bijbel dat we niet weg moeten blijven van de samenkomsten (Hebreeën 10 vers 24)? Het doet geen recht aan de zoektocht van deze mensen om te zeggen dat ze ‘gewoon’ moeten komen. Sommigen haken juist af door het gemis van aanvuring tot liefde en goede werken, wat in diezelfde tekst van Hebreeën als reden wordt genoemd om niet de samenkomsten te verzuimen.
We zullen moeten accepteren dat sommigen een andere geloofsplek vinden. Een plek die hen aanvuurt op een manier die past.
Kom-weer-terug-strategie
Misschien zullen er een aantal zijn die inderdaad ‘gewoon’ aanmoediging nodig hebben en waarbij de ‘Kom weer terug-strategie’ zal werken. Dat zal niet voor iedereen gelden en dat is goed om bij stil te staan. In de groep ‘kerkafhakers’ zijn vermoedelijk ook veel kansen te vinden voor nieuwe vormen van kerk, passend bij een nieuwe tijd. Want wie zoekt naar iets anders dan wat er al was, zal wellicht vinden wat nog zal komen. Kunnen kerkleiders ruimte maken voor deze gemeenteleden om te zoeken naar die nieuwe manieren van kerkzijn? Of is terugkomen naar hoe het was de enige optie?
Misschien zijn er meer soorten behoeftes en reacties te vinden in jouw gemeente, maar laat dit een eerste aanzet zijn om verder te reflecteren op kerkzijn na anderhalf jaar corona. Wanneer onze enige strategie een dergelijke kom-weer-terug-campagne wordt, doet dat geen recht aan de vele verschillende ervaringen, behoeftes en worstelingen van mensen. Bovendien biedt het weinig ruimte voor innovatie of ontwikkeling van kerken ofwel voor mensen persoonlijk. Anderhalf jaar corona heeft veel impact gehad. Laten we onszelf ook de ruimte en tijd gunnen om op die impact te reflecteren. De tijden zijn veranderd, zoals Jan Wolsheimer in zijn lezing Dezelfde missie, andere tijden omschrijft. Maar wat betekent dat voor het gemeentezijn? Wat houden we vast, waar grijpen we naar terug en wat moeten we ontwikkelen om in deze tijd kerk van Christus te zijn? Durven we als kerkleiders ook te reflecteren op wat het afgelopen anderhalf jaar gedaan heeft met mensen en gemeenschap? Daar zou een landelijke campagne best goed voor zijn.
Take-aways uit coronatijd
Dit najaar wil het MissieNederland-netwerk tijd nemen om te reflecteren op anderhalf jaar corona. Welk effect heeft dat gehad op gemeenteleden en het gemeente zijn? Zijn er geleerde lessen voor de lokale kerk die helpen om de missie van Jezus uit te leven in een veranderde wereld? Wat nemen we mee uit anderhalf jaar corona? Wat moeten we achter ons laten? En wat moeten we opnieuw doordenken en ontwikkelen? Wat zijn jouw take-aways? Lees dit najaar diverse take-away-artikelen, bekijk de take-aways van experts uit het netwerk en doe als gemeente uit het MissieNederland-netwerk mee aan een van de take-away-sessies. In deze sessies ontmoet je andere gemeenteleiders, reflecteert samen op de take-aways van experts uit het netwerk en ontdek je door middel van korte oefeningen jouw eigen take-away.