Leven in een vreemde cultuur, een nieuwe taal leren, bouwen aan een lokaal netwerk… Het leven van zendingswerkers in het buitenland vergt veel flexibiliteit en energie. Eenzaamheid kan dan op de loer liggen. Met Marijke Kuo-van der Molen, People Care consultant bij Operatie Mobilisatie, praten we over de vraag: hoe blijf je als missionair werker mentaal gezond?
Als je kijkt naar de context waarin veel zendingswerkers hun werk doen, zou je verwachten dat eenzaamheid een veelvoorkomend probleem is onder deze groep. Dat is deels waar, volgens Marijke. ‘In mijn werk kom ik regelmatig mensen tegen die worstelen. Al wordt niet altijd specifiek het woord eenzaamheid gebruikt. Soms vragen werkers zich af: Waarom voel ik mij na een jaar nog steeds een vreemde eend op deze plek? Is er iets mis met mij?” Vaak benadruk ik dan dat het een heel menselijke behoefte is om gekend te zijn, en begrepen te worden. The sense of belonging - ergens bijhoren. En dat valt natuurlijk grotendeels weg als je in een andere cultuur bent.’
Het is een heel menselijke behoefte om gekend te zijn, en begrepen te worden.
Zelfde drive
Maar er is ook een andere kant van de medaille, legt Marijke uit. ‘Juist omdat je op het zendingsveld met gelijkgestemden bent, mensen die een zelfde drive en visie hebben, kun je je ook heel erg gekend en gesteund voelen. Dan is eenzaamheid veel minder aan de orde. Mits je als team goed functioneert natuurlijk. Want ik ken ook voorbeelden van geïsoleerde gebieden waar maar kleine teams werken. Dan is het team waarmee je werkt, ook vaak ‘je kerk’. Als het contact dan niet goed is of er zijn onderlinge spanningen, dan heb je weinig om op terug te kunnen vallen.’
Voor- en nadelen van internet
Waar je decennia terug nog uitgezwaaid werd door familie en soms zelfs voorgoed emigreerde als zendeling, is dat voor de huidige generatie zendingswerkers een heel ander verhaal. Via technische mogelijkheden als internet en whatsapp kun je veel sterker verbonden blijven met het thuisfront. Al is dat niet alleen maar positief, stelt Marijke. ‘Het kan ook belastend zijn voor zendingswerkers. Je kunt namelijk niet actief betrokken blijven bij de (thuis)kerk en vriendenkring, terwijl je ook tijd en energie nodig hebt om een nieuw, lokaal netwerk op te bouwen. Het lukt eenvoudigweg niet om dit beiden 100% doen.’
Cultuurverschillen
Want juist het ontwikkelen van een sterk, nieuw lokaal netwerk, is essentieel om op je nieuwe plek te kunnen wortelen. Zo herinnert Marijke zich nog haar eigen worstelingen hiermee, toen ze met haar Amerikaanse echtgenoot in de VS werkte. ‘Ik liep destijds aan tegen het culturele verschil tussen Nederland en de VS. Zeker in de regio waar wij woonden, lag de nadruk erg op de buitenkant. Dat moet er goed uitzien, maar wat er echt speelde kreeg je niet snel te zien.’
‘Zo werd ik - toen we al zo’n drie jaar naar een kleine gemeente gingen - eens aangesproken door een van de gemeenteleden. Ze gaf aan met een groot probleem te worstelen. Het bleek dat ze last had van depressieve gevoelens. Het feit dat dit een heel groot probleem was, laat zien dat het nog een taboe is. Ik had vervolgens een goed en persoonlijk gesprek met haar, maar toen ik haar later nog eens vroeg hoe het ging, was alles weer “helemaal goed”. Dit maakte het voor mij moeilijk om echt diepgaande vriendschappen te ontwikkelen met de lokale mensen. Het was toen dankzij mijn internationale vrienden dat ik mij niet eenzaam voelde.’
Aandacht voor jezelf
Wat Marijke regelmatig tegenkomt in haar werk, is dat missionair werkers niet altijd voldoende stil staan bij wat ze zelf nodig hebben. ‘We zien vaak erg gedreven mensen, die sterk gericht zijn op de ander, of de missie. Maar people care begint bij self care; je moet eerst weten wat je zelf nodig hebt - ook in je relatie met God - voordat je kunt uitdelen aan anderen. Dus het is echt belangrijk om te erkennen welke behoeften je hebt, en daar aandacht aan te geven. Het gebeurt helaas ook dat werkers hier niet bij stilstaan, en zich heel erg gaan richten op de bediening om die nare gevoelens maar niet te voelen. Maar dan gaan ze ontlading zoeken in andere dingen, en kan zomaar zoiets als een verslaving om de hoek komen kijken.’
‘Binnen OM zorgen wij er bijvoorbeeld voor dat mensen die op ons schip meegaan onderdeel worden van Life Groups: een klein groepje waar vertrouwdheid en zorg kan ontstaan voor elkaar. Ook is het mijn wens dat elke OM’er een ‘self care plan’ maakt, waarin staat wat je nodig hebt om gezond en veerkrachtig te blijven. Daar zou in kunnen staan dat je het bijvoorbeeld een keer per maand met een goede vriend belt. Als je zo’n plan hebt uitgewerkt, kun je hier op terugvallen op momenten dat het moeilijk is.’
Focus niet alleen op de missie en de resultaten, maar op de werker zelf
Interesse in de persoon, niet alleen in de missie
Een goede en betrokken achterban is onmisbaar voor mentaal gezonde zendingswerkers. Welke adviezen heeft Marijke voor het thuisfront? ‘In het begin van een uitzending ligt de focus vaak op het werk en de missie van de missionair werker. Dat is prima, en ook logisch. Vaak wordt van de werker verwacht dat hij of zij ‘resultaten’ laat zien. Maar op een gegeven moment is het belangrijk dat de switch wordt gemaakt; van focus op het werk en resultaten, naar de werker zelf. Vaak blijft de focus echter teveel liggen op resultaat. En dan vooral kwantitatief resultaat. Maar missionair werk houdt vaak in: bouwen aan relaties, en dat is niet goed meetbaar.’
‘Zendingswerk is partnerschap, benadrukt Marijke. ‘Je doet het samen: de werker op het veld, en de achterban thuis. Het is belangrijk dat de zendingswerker zich gesteund voelt, en dat er interesse is in hoe het met hem of haar gaat. Want als het met de werker persoonlijk goed gaat, kan het werk op het veld ook impact hebben.’
The fellowship of the Ring
Het belang van echte persoonlijke betrokkenheid heeft Marijke zelf ervaren toen haar echtgenoot ongeneeslijk ziek werd, en uiteindelijk overleed in 2018. ‘We kregen zoveel steun en support uit onze lokale kerk in Amerika, maar ook van familie en vrienden overzee. Ik voelde me gezegend en rijk. Maar tegelijkertijd is het zo, dat hoe graag mensen je ook willen helpen, je toch uiteindelijk alleen door zo’n moeilijke fase heen moet.’
‘In die tijd ben ik erg bemoedigd door een beeld dat God mij gaf over Frodo en Sam uit het verhaal van The Lord of the Rings. In de slotscene van de film beklimmen Frodo en Sam Mount Doom. Frodo is degene die de last moet dragen, en dat maakt hem eenzaam. Tegelijkertijd zijn Frodo en Sam onderdeel van The Fellowship of the Ring. Terwijl zij die laatste zware tocht maken, vecht de Fellowship om ervoor te zorgen dat Frodo in zijn missie kan slagen. Voor mij laat dit zien dat hoewel het eenzaam kan voelen, ik er uiteindelijk niet alleen voor sta. Ik ben onderdeel van de fellowship.’
Thema: Samen (eenzaam) zijn
Dit artikel hoort bij het thema 'Eenzaamheid omarmen en aanpakken'. Ontdek op ons thema-overzicht meer artikelen en mogelijkheden om met jouw christelijke geloofsgemeenschap of community een volgende stap te zetten.
Over Marijke Kuo-van der Molen
Marijke Kuo-van der Molen (1975) is People Care consultant en trainer voor OM International. Ze is opgeleid tot maatschappelijk werker en werkte o.a. in Quebec, Wales en Georgia. Momenteel woont en werkt ze in het Engelse Devon.
Uit ideaz
Dit artikel verscheen eerder (juli 2021) in de uitgave 'Samen (eenzaam) zijn' van het magazine ideaz. Bestel hier een exemplaar of meld je direct aan als abonnee.