Maandagochtend, 9.00 uur. Ze zit tegenover me. Jong, verzorgd en kwetsbaar. Ze voelt zich uitgeput, verslagen en moedeloos. Ze is compleet overvallen en onverwacht stilgezet midden in haar bruisende leven. Symptomen: niet meer vooruit kunnen, gespannen, somber, (levens)moe. Ze is bezweken onder de druk van buitenaf, met alle verwachtingen, ideale voorbeelden en prestatiedruk. Maar ook de druk van binnenuit: hoge eisen, bewijsdrang, perfectionisme… Ze heeft geprobeerd zelf op te staan, maar kwam tot de conclusie dat het niet gaat. Ze is hulp gaan zoeken, en de huisarts verwees naar een professional. En nu zit ze hier, tegenover de psychiater, hopend op een oplossing, een remedie om van haar klachten af te komen.
Veel tieners, studenten en jonge ouders lopen vast in het leven. Ze ontwikkelen klachten van psychische aard zoals spanningsklachten in hun lijf (verhoogde spierspanning in nek- en schouders, hoofdpijn, hartkloppingen, buikklachten), angsten, paniekaanvallen, somberheid. Vaak bestaat er schaamte over deze klachten, waardoor ze niet gemakkelijk besproken worden met de omgeving. De lijdensdruk als gevolg van klachten neemt toe, totdat iemand niet meer kan functioneren of zelfs een einde wil maken aan het leven.
Als iemand er dan voor kiest openheid te geven over zijn of haar gemoedstoestand, weet de omgeving zich vaak geen raad met de gepresenteerde klachten en adviseert professionele hulp te zoeken. Dit advies lijkt overigens al snel gegeven te worden: zoek professionele hulp (een coach, psycholoog of psychiater desnoods), onder het motto: ‘je wordt er niet slechter van, het is een goede investering in jezelf!’
Groeiende wachtlijsten
Het is dus niet gek dat de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) overstroomt met aanmeldingen en niet in staat is de toenemende vraag naar psychische hulp te beantwoorden. Wachtlijsten groeien, evenals onvrede over de manier waarop onze geestelijke gezondheidszorg functioneert. Ook wordt de groep psychiaters die aandringt op het maken van een scherper onderscheid tussen psychopathologie (mensen met psychische klachten die voldoen aan de criteria van een stoornis zoals omschreven in de DSM V[1]) en mensen met psychische klachten (zonder dat er sprake is van een stoornis), steeds groter. Deze laatste groep zou niet thuishoren in de GGZ en zou het systeem van de geestelijke gezondheidszorg momenteel onnodig belasten.
Draagkracht en draaglast
Over het algemeen ontwikkel je psychische klachten op het moment dat je draagkracht overschreden wordt door de draaglast. Iemands draagkracht wordt bepaald door verschillende factoren. Zo ben je over het algemeen kwetsbaarder (minder draagkrachtig) als er een belasting binnen de familie bestaat voor psychische stoornissen en ben je ook met bepaalde kenmerken in je persoonlijkheid, zoals perfectionisme, beperkt aanpassingsvermogen of een sterke behoefte aan controle , kwetsbaarder voor het ontwikkelen van psychische klachten.
De draaglast wordt eveneens bepaald door verschillende factoren, zoals omstandigheden (tegenslagen, verliezen) alsook druk die je vanuit het dagelijks leven ervaart, zoals werkdruk of druk vanuit sociale verplichtingen. Je kunt je voorstellen dat als je draagkracht al meer beperkt is, er minder last gedragen kan worden totdat er klachten ontstaan.
Toename psychische klachten
Er zijn verschillende culturele, maatschappelijke en sociale factoren die een rol lijken te spelen in de toename van psychische klachten onder de Nederlandse bevolking. Waarbij tevens de vraag rijst of er wel gesproken kan worden van een toename van klachten, of dat er eerder en laagdrempeliger hulp wordt gezocht. Ik stip een aantal van deze factoren kort aan:
- Ons dagelijks leven bestaat uit een overkill aan prikkels, waar ons brein simpelweg niet voor geschapen lijkt te zijn. Momenten van rust zijn zeldzaam, waardoor ons brein sneller overprikkeld cq. overbelast raakt en dit kenbaar maakt met psychische klachten als gevolg.
- Onze maatschappij ademt dat we moeten streven naar directe behoeftebevrediging en realiseren van onze dromen en verlangens in het hier-en-nu. Met de woorden van psychiater De Wachter: ‘streven naar het geluk als levensdoel is een vergissing, terwijl streven naar zin en betekenis, daarentegen, is waar het leven om draait’[2a]
- Individualisme en de hang naar zelfontplooiing en autonomie lijken belangrijke factoren te zijn: ‘jij alleen bent verantwoordelijk voor je eigen geluk’. De druk die dit voor velen met zich meebrengt, breekt sommigen op.
- Het gegeven dat het leven niet maakbaar en controleerbaar is en tegenslagen en het verdragen van negatieve gevoelens die hier veelal mee gepaard gaan, horen bij het leven, is iets wat we tegenwoordig moeilijk kunnen accepteren. Opnieuw in de woorden van psychiater De Wachter: ‘Het idee dat het leven vooral leuk moet zijn, is (…) de ziekte van deze tijd. Liever zag ik de barstjes. Beter zouden we leren ook een beetje ongelukkig te zijn.’[2b]
Rol van de kerk
Is het tij nog te keren? Hoe kunnen mensen, die misschien aan de vooravond staan van een ‘breakdown’ (burn-out), uit handen van de GGZ blijven? Hoe ontwikkelen we ons tot veerkrachtige mensen die - ook in tijden van tegenspoed - vertrouwen en hoop houden in het leven? En welke rol is hierin weggelegd voor de kerk?
Terug naar mijn cliënte. Wanneer we voorzichtig samen kijken naar wat er ten grondslag ligt aan haar psychische klachten stuiten we op onzekerheid, gevoelens van tekortschieten en falen, die grofweg te reduceren zijn tot de vraag: ‘Wie ben ik?’
Is de kerk niet bij uitstek de plek waar een antwoord te vinden is op deze diepe levensvraag, die niet alleen gaat over identiteit, maar ook over zin en doel van het leven? En is de kerk niet juist de plek waar een ander evangelie wordt verkondigd dan onze cultuur uitademt?
Toch lijken we als kerk beperkt in staat mensen te begeleiden in hun zoektocht naar antwoorden op deze existentiële vragen. Ook binnen de kerk zijn er veel mensen die met psychische klachten worstelen en lijken juist ook in deze tijd veel jonge mensen de kerk te verlaten. Recent deed Bram Rebergen (directeur van Youth For Christ Nederland) een oproep, waarin hij de noodklok luidt voor kwetsbare jongeren in de samenleving en de kerk oproept ondersteuning te bieden aan kwetsbare jongeren en hun ouders.[3]
Proeftuin van het leven
Dit is onze uitdaging; het evangelie in zijn volle omvang prediken en voorleven, waarbij het niet alleen gaat om verlossing, vreugde en vrijheid, maar ook om zelfverloochening, navolging en volharden; soms tegen beter weten in. Niet het makkelijke en snelle antwoord op ‘alle vragen van het leven’, maar wel een boodschap en levenswandel van hoop en perspectief. Waarbij de kerk de proeftuin mag zijn van het leven. Een omgeving waarin we ontdekken dat tegenslagen onderdeel zijn van het leven en dat in kwetsbaarheid Gods kracht zichtbaar kan worden. Een plek bij uitstek waar we ons aan God en de ander verbinden, en waar we mogen leren dat onze identiteit in Christus ligt en dat we leren vertrouwen op wat we weten over God – zijn betrouwbare karakter- in plaats van op onze eigen prestaties[4]. Waar ruimte is om open en eerlijk te praten over gevoelens, hoe rauw soms ook. En waar we mogen ontdekken dat ook in de dalen van het leven, God nabij is.
Zijn we bereid om ons met dit doel voor ogen voor langere tijd aan de ander te verbinden om binnen gesprekken, gebeden en het alledaagse leven, samen te zoeken naar wat het mysterie van een leven met God inhoudt en met welke vreugde en vrijheid het leven met God gepaard gaat?
Door Marieke Bioch-Abbink
Christen en psychiater
[1] DSM V = handboek met definities voor psychiatrische stoornissen
[2] Citaten uit het boek De kunst van het ongelukkig zijn van de Vlaamse psychiater Dirk De Wachte
[3] Noodklok geluid voor jongeren
Overigens staan onderaan deze link enkele concrete werkvormen beschreven waarmee je jongeren (en hun ouders) zou kunnen ondersteunen binnen de kerk.
[4] Vrij geciteerd uit het dagboek ‘Onwankelbaar’ van Christine Caine (blz. 59)