Daar ging ze. Voor het eerst naar school. Mijn jongste dochter had het haar broer al vaker genoeg zien doen. Ze hing vrolijk haar jas op aan de kapstok. Ging de klas in, begroette de juf en ging op haar plekje zitten. Dag, mama! Na een kort afscheidsritueel stond ik opeens weer buiten. Het ging haar wel erg gemakkelijk af.
Voor haar moeder ging het iets te gemakkelijk. Want als moeder besefte ik: dit is het einde van een tijdperk. Einde van de heerlijke veilige bubbel van het gezin. Daar waar zorg en liefde centraal staan. Daar waar we als moeder en vader de grootste invloed had op alles wat ons kind deed, at, zei en geloofde. Een tijdperk start waarin onze invloed langzaam maar zeker beconcurreerd wordt door alles wat zich buiten onze veilige christelijke gezinsbubbel bevindt.
Sinds mijn zoon naar school ging zag ik dat al gebeuren. Opeens kwamen er woorden en uitspraken ons huis binnen die ik daar helemaal niet wilde hebben. Ik zag gedrag die niet paste bij wat we thuis altijd voorleefden.
Onzekerheid
Voor heel wat ouders van nu is dit vermoedelijk herkenbaar De afgelopen decennia is de wereld om het gezin heen behoorlijk veranderd. Nederland is een geseculariseerd land en daarmee is het contrast tussen de cultuur in het (christelijk) gezin en dat van de wereld veel groter geworden. Zeker wanneer je buiten de Bijbelbelt woont. Vroeger zorgde de driehoek kerk, school en gezin ervoor dat de geloofsopvoeding als vanzelfsprekend werd bevestigd. Nu zie je dat die bevestiging van buiten het gezin wankelt of mist. Maar ook zie ik veel onzekerheid bij de ouders zelf, over hun eigen geloof. Wat geloof ik eigenlijk zelf? En waarom? Ook de kinderen komen sneller met vragen, omdat ze zien dat hun omgeving andere keuzes maken. Het kan je al snel een gevoel van onrust geven. Wat is er nog vast? Wat is er nog zeker?
Vluchten, vechten of bevriezen
Vanuit psychologie wordt vaak gesproken over de reactie van een mens op verandering en stress. Het is vaak onze natuurlijke reactie om te vechten tegen die onzekerheid, of ervoor te vluchten. Zou dat ook zo zijn met onze geloofsopvoeding in tijden van onzekerheid? Vaak door (geloofs)twijfel, maar nog vaker door volle agenda’s, zie ik ouders afwezig zijn in een reactie op die onzekerheid en frictie. Er zijn nog wel allerlei christelijke rituelen in de opvoeding maar gesprekken van hart tot hart over persoonlijk geloof zijn er niet of nauwelijks.
Aan de andere kant zie ik bij anderen een verscherping van het geloof en de geloofsopvoeding. Een vechtstrategie tegen de onzekerheden van buitenaf. Een duidelijk afgebakend geloof waarin helder is wat goed en niet goed (geloven) is. Duidelijke grenzen van wat je wel en niet hoort te doen volgens de Bijbel. In de geloofsopvoeding gaat het erom die duidelijke regels en grenzen bij je kinderen in te prenten, zoals de opdracht luidt in Deuteronomium 6 vers 7: “Prent ze (de geboden) uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat.”
Deze tekst wordt vaak genoemd als het gaat over geloofsopvoeding. Het is een prachtige tekst, met mooie lessen om van te leren. Er zijn ook wel lijnen te trekken tussen de tijd waarin deze opdracht werd gegeven en onze tijd. Ook toen leefde de Israëlieten in een wereld waarin er een groot contrast was tussen het geloof van de Israëlieten en die van de volken om hen heen. Daarin zag je dat het volk zich steeds weer die geboden van God voor ogen moest houden om niet af te dwalen.
Onderzoekend geloven
Als je vervolgens kijkt naar het Nieuwe Testament, is het verbazingwekkend hoe Jezus reageert op de meesters in het inprenten van diezelfde geboden, de schriftgeleerden. De evangeliën staan vol verhalen waarin zij Jezus ervan beschuldigden dat Hij niet bijbelgetrouw was. Dat Hij zich niet aan de regels hield. Dat Hij bijvoorbeeld de sabbat ontheiligt door mensen te genezen (Matteüs 12 vers 10) of door samen met zijn leerlingen graan te plukken en te eten tijdens de sabbat (Marcus 2 vers 24). We lezen ook dat schriftgeleerden Jezus' bijbelkennis en oordeel op de proef stelden in de situatie van een overspelige vrouw (Johannes 8 vers 4-6). Steeds weer lijken deze schriftgeleerden aan het kortste eind te trekken. Ook in zijn vele onverwachte reacties op mensen of gebeurtenissen, merk ik dat Jezus volgen' niet zo vast omkaderd is. Wanneer een schriftgeleerde enthousiast uitspreekt: “Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat,” antwoordt Jezus enigszins ontnuchterend: “De vossen hebben holen, en de vogels in de lucht nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen.” (Matteus 8 vers 19-20, HSV.) Hem volgen blijkt geen duidelijke, veilige, bekende bestemming te hebben.
Hoe meer ik mij in de persoon Jezus verdiep hoe meer ik mij realiseer dat wanneer ik Hem wil volgen er weinig vast en zeker is. Hem volgen betekent dynamiek: het is een proces van steeds weer bij je nekvel gegrepen worden wanneer je geloof stolt of verhardt. Een houding van steeds weer naar de meester kijken en beseffen dat je een leerling bent.
De gootste belemmering voor het aannemen van geloof is zwijgen.
Zwijgen als belemmering
Aan het begin van dit jaar kwam het Fuller Youth Institute met een interessante observatie uit eerder uitgevoerd onderzoek. Uit dat onderzoek blijkt dat de grootste belemmering voor jongeren in het aannemen van geloof niet ‘twijfel’ is, maar ‘zwijgen’. Er blijkt een verband te zijn tussen het uiten en onderzoeken van (geloofs)twijfel en een volwassen, doordacht geloof. Ook blijkt dat niet alleen de jongeren moeite hadden met het articuleren van hun geloofsmeningen en twijfels, ook hun ouders hebben hier moeite mee.
Omarm, onderzoek en verwoord twijfels
Daarom denk ik dat in deze tijd het steeds belangrijker wordt om onze eigen strategieën te laten varen. Strategieën van vluchten of vechten; van geloofsgesprekken vermijden of geloofsgesprekken doodslaan met stellinginname zonder ruimte voor twijfel. We zullen onze kinderen moeten leren om in een tijd waarin veel twijfel gezaaid wordt, die twijfel te omarmen, te onderzoeken en dat proces onder woorden te brengen. Dat is doodeng. Dat is uit je veilige boot stappen en op het water durven lopen. Dat is weten dat er hoge golven zijn, maar er toch voor kiezen om je oog op Jezus te houden in de levensstappen die je zet.
Uit GroeiMagazine
Dit artikel schreef Martine voor GroeiMagazine 1 van 2020 van de Internationale Bijbelbond