Na acht jaar predikantschap in de Kerk van de Nazarener gooit Jan de Haan het roer om. Waarom? Hij ziet dat jonge christenen en buitenkerkelijken niet bereikt worden met het huidige kerkelijke systeem. Daarom pakt hij het nu totaal anders aan. Hij startte ‘Rotsvast Bijbelschool’.
“Als West-Europese kerk hebben we de neiging om consumenten te produceren. Daar heb ik steeds meer moeite mee. Ik kan er wel om huilen dat we op vrijdagavond chips en cola aanbieden met een Bijbelstudie. En dat we daarmee dan denken dat jongeren overeind kunnen blijven staan met Christus in deze wereld. Als je jongeren niet leert dat de Bijbel bedoeld is om te leven, meer dan om te lezen, dan redden ze het niet.” Rotsvast Bijbelschool wil het daarom anders doen.
Concrete uitdagingen
“Bij Rotsvast Bijbelschool brengen we wat we leren direct in de praktijk. Aan de hand van een studie geven we jongeren een concrete uitdaging mee. Laatst ging de studie over Bijbellezen en was de opdracht: lees deze week uit de Bijbel met iemand die Jezus nog niet kent. En dat doen ze dan ook echt.”
Die uitdagingen zijn niet altijd voor iedereen hetzelfde. “Iedereen is anders. Ook in hun uitdaging. Voor de één is het brengen van een tasje eten bij een ander een enorme uitdaging. Een ander zegt: laat me naar de ArenA gaan om voor duizenden personen te staan. We hebben dus oog voor het individu. Ik zeg altijd: een goede vader of moeder is een student van zijn kinderen. Die maakt niet van de kinderen wat hij of zij voor ogen heeft, maar vraagt: ‘wat heb jij nodig om de persoon te worden zoals God je heeft bedoeld?’”
Begeleiding
Die persoonlijke aanpak blijkt dan ook uit de samenstelling van de groep: “Er zijn nu twee teams van zes ‘studenten’. Beiden hebben twee tot drie teamleiders. Dat lijkt veel als je het bekijkt vanuit de bekende didactische structuren. Maar als je gaat voor proces, discipelschap, is het zelfs weinig.” Naast de eerder genoemde uitdagingen voor de korte termijn, werken de studenten ook aan een groter plan: “We sluiten niet af met een diploma, maar helpen de jongeren met het schrijven van een projectplan voor hun eigen missionaire droom. Tijdens een ‘dreamnight’ mogen ze deze dromen delen met christenondernemers.”