Cors Visser, godsdienstsocioloog, geeft drie denkduwtjes voor integral mission in de praktijk.
1. Hoge drempels
Vaak zijn we geneigd om bij diaconaat of evangelisatie te denken dat we de drempels van onze gemeenten lager moeten maken. We moeten toch zoveel mogelijk mensen trekken? Niet doen, die lage drempels. Hoge drempels werken veel beter, zeg ik als socioloog. Mensen willen zich inzetten voor of voelen zich aangetrokken tot iets bijzonders. Als Jan en alleman erbij kan, is het blijkbaar niet veel waard. Zo werkt het ook met kerken. Kerken met grote spanning met de omgeving blijken vaak het meest te groeien. De Rooms-Katholieke Kerk in Latijns-Amerika liep bijvoorbeeld leeg in de jaren tachtig en negentig terwijl priesters zich volop inzetten voor de armen. Die armen renden allemaal naar de pinsterkerk toe, die niks met armoedebestrijding of de samenleving te maken wilde hebben.
Die hoge drempels zijn ook nodig voor wat anders, namelijk gemeenschap. We weten allemaal dat gemeenschap een belangrijke rol speelt in het christelijk geloof en de kerk. Maar ik vermoed dat we in het Westen toch niet beseffen wat de diepte van een gemeenschap is. Wij zien kerken vaak als een soort centrifuge. We stappen er zondags in om vol energie de week ingeslingerd te worden en ieder op onze eigen plek iets van het Evangelie te laten zien en horen. Het grote nadeel, het is niet ‘integraal’. Het zijn onze hobby’s. Integral mission is niet de optelsom van onze ‘hobby’s’. Nee, de geloofsgemeenschap heeft een centrale plek. Die gemeenschap is meer dan een optelsom van activiteiten, het is een groep samenlevende mensen waar Gods genade zichtbaar wordt. Gods liefde en zijn Koninkrijk worden in de eerste plaats zichtbaar in de geloofsgemeenschap, zoals bijvoorbeeld Moses Alagbe zegt in zijn boek The Church is boring. Concreet: meer inbesteden als geloofsgemeenschap en minder uitbesteden.
2. Niks doen voor mensen
Wat ons als christenen en geloofsgemeenschappen vaak in de weg zit, is dat we zo graag goede dingen voor mensen willen doen. We willen ze helpen, iets voor hen organiseren enzovoort. Lees de beleidsdocumenten van uw kerk er maar eens op na. Hoe vaak staat er niet of vraagt men niet: “Wat kunnen we als kerk doen voor ...?” Wij willen en doen graag dingen voor, maar bijna nooit met. Het lijkt zo’n mooie dienende houding, maar het kan tegelijkertijd ook een arrogante instelling zijn. Zij hebben problemen en wij gaan ze oplossen.
Integral mission is niet alleen de missie buiten jezelf zoeken, maar jezelf daarin te betrekken. Het is veel beter en spannender om samen met de wijk op zoek te gaan naar wat je kunt doen. Dat kun je doen in contact met overheden, maatschappelijke organisaties en buurtbewoners enzovoort. Je ontdekt dan niet alleen wat er allemaal gebeurt, maar je stelt je ook kwetsbaarder op: wij zijn onderdeel van de problemen in de wijk (en van de mogelijkheden), ook mensen uit onze gemeenschap hebben hulp nodig. Dit is heel gemakkelijk concreet te maken. Vraag maatschappelijke instellingen of lokale politieke partijen om concrete gebedspunten voor de buurt. Neem als gemeenschap een enquête af in de buurt waarin je alleen vraagt naar behoeften, ideeën, mogelijkheden, verlangens van de buurtbewoners zonder stiekem een geestelijke strikvraag erin te stoppen. Trek op met andere organisaties om je in te zetten. Niks doen voor de mensen, maar alleen met de mensen.
3. Leren van iedereen die niet blank is
Gelukkig zijn er in Nederland tal van mooie initiatieven waar gemeenschappen met integral mission bezig zijn. Buiten Nederland zijn veel kerken daar verder mee. Omdat ze bijvoorbeeld geen uitgebreide verzorgingsstaat kennen en meer gemeenschapsgericht zijn. Laten we ons licht opsteken bij gemeenten in Kenia, Brazilië of Cambodja. Of bij migrantenkerken in Nederland. Waar wij zo moeilijk over doen, is voor hen soms dagelijkse praktijk.