Jongens zijn geen meisjes

30 juli 2015
  • Door:
    Marleen Kemink

Geef jongens een stuk klei en ze gooien het tegen het plafond. Meisjes boetseren ijverig een poppetje. Hoog tijd dat het jeugdwerk rekening houdt met deze verschillen tussen jongens en meisjes.

Het is zondagmorgen. Bas (7 jaar) zit in de kerk naast zijn ouders en heeft moeite om stil te zitten. Hij is blij als hij samen met de andere kinderen naar de kinderkerk gaat. Hij rent de kerkzaal uit, de trap omhoog en komt luidruchtig en enthousiast het lokaal binnen. Daar staan de stoelen in een kring klaar. Bas gaat opnieuw zitten en luistert naar het bijbelverhaal dat wordt voorgelezen door vrijwilligster Karin. Hij kan zijn aandacht er maar moeilijk bij houden en schuifelt voortdurend met zijn voet over de grond. Na het verhaal krijgen de kinderen de opdracht om een vredesduif te maken met vleugels van crêpepapier die wapperen in de wind. De meisjes knutselen de mooiste vogels, maar Bas maakt zich er snel van af en rent met de papieren stroken door het lokaal. Karin zucht en zegt voor de zoveelste keer tegen Bas: “Zit nou toch eens stil!”

Verschillen

Jongens zijn geen meisjes, meisjes geen jongens. In een groep kinderen valt het meteen op. Het zijn de meisjes die graag kletsen, geduldig naar een verhaal luisteren en precies tussen de lijntjes een kleurplaat inkleuren. Het zijn de jongens die voortdurend bewegen en liever doen dan praten. Natuurlijk is dit een ongenuanceerde typering van jongens en meisjes. Er zijn jongens die maar moeilijk hun mond dicht kunnen houden en meisjes die ravotten en in bomen klimmen. Het is dus belangrijk om ieder kind uniek te benaderen. Toch laten bovenstaande praktijkvoorbeelden zien dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes waar we in het jeugdwerk rekening mee kunnen houden.

Geschorst

Lange tijd werd er niet over de verschillen tussen jongens en meisjes gesproken. Het was een taboe. De heersende gedachte was dat jongens en meisjes gelijk zijn en als er al verschillen zijn, dit aan de opvoeding ligt. Maar in de laatste jaren is gebleken dat jongens het minder goed doen in die gelijke benadering[1]:

  • Jongens blijven vaker zitten dan meisjes
  • Twee keer zoveel jongens in het voortgezet onderwijs halen hun diploma niet
  • Drie keer zoveel jongens worden geschorst of van school gestuurd
  • Jongens pesten en vechten meer, maar zijn daar ook vaker slachtoffer van
  • Jongens zijn ondervertegenwoordigd op vwo, hbo en universiteit

Vanwege deze verschillen maken steeds meer ouders, vrijwilligers en leerkrachten zich zorgen over de ontwikkeling en het gedrag van jongens.

Testosteron

Wat veroorzaakt nu het verschil tussen jongens en meisjes? Allereerst zijn er twee belangrijke biologische verschillen: de hoeveelheid testosteron en de ontwikkeling van de hersenen. Jongens hebben van nature meer testosteron in hun bloed dan meisjes. Dit hormoon zet aan tot actie en verklaart de drang om hun sterke fysieke energie kwijt te moeten. Ze ontladen zich door te dollen, stoeien en rennen. Naast dit hormonale verschil is er een neurologisch verschil tussen jongens en meisjes.
De rechter hersenhelft is, gemiddeld genomen, bij jongens sterker ontwikkeld dan bij meisjes. De rechter hersenhelft herbergt het vermogen tot abstract en ruimtelijk denken en tot creativiteit. De linkerhersenhelft, die bij jongens minder ontwikkeld is dan bij meisjes, is het taalgebied. Daarin wordt onder andere lezen, praten en luisteren gestuurd. Gevolgen[2]:

  • Jongens zijn overwegend minder taalvaardig en kunnen hun gevoelens en gedachten minder goed onder woorden brengen, ook als het gaat over geloofszaken. Jongens kunnen beter ruimtelijk, creatief en abstract denken.
  • Jongens leren door iets te doen. Meisjes leren door communicatie: praten, luisteren, lezen.
  • Jongens zijn meer gericht op competitie, meisjes meer op relaties.

Ondanks deze verschillen in gedrag en wijze van leren tussen jongens en meisjes, doet het onderwijs en het kerkelijk jeugdwerk al jaren een eenzijdig beroep op zaken waar meisjes van nature beter in zijn: praten, luisteren, lezen en stilzitten.

Rolmodellen

Daar komt nog bij dat er een gebrek is aan mannelijke rolmodellen. Steeds meer jongens groeien op in gebroken gezinnen waar de moeder meestal de dagelijkse opvoeder is. [3]Ook op school zien deze jongens weinig mannelijke voorbeeldfiguren, want van de leerkrachten is 84% vrouw. [4]In het jeugdwerk binnen de meeste kerken is het niet veel anders: de mannelijke vrijwilligers zijn op één hand te tellen.

Jongensvriendelijk jeugdwerk

Hoe kunnen we in het kerkelijk jeugdwerk de verschillen tussen jongens en meisjes serieus nemen en rekening houden met hun specifieke behoeften? Helaas blijkt dat vrouwelijke vrijwilligers niet altijd oog hebben voor de specifieke kenmerken van jongens. Ze verwachten van jongens hetzelfde gedrag als van meisjes. In de kindernevendienst bijvoorbeeld moeten ze net zo lang stilzitten als meisjes. Wat is het gevolg? Jongens ontvangen vaker negatieve reacties en krijgen impliciet al vroeg het signaal mee: jij bent niet goed zoals je bent. Voor vrouwelijke vrijwilligers is het daarom belangrijk zich bewust te worden van hun omgang met jongens. Onderstaande tips kunnen daarbij helpen:

  • Begin met een spel

Begin je programma met een spel waarbij jongens eerst hun energie kwijt kunnen. Als je daarna een serieuzer onderdeel wilt behandelen, zullen de jongens meer aandacht hebben.

  • Varieer in werkvorm

Kies niet alleen voor knutselen, maar varieer in je programma met actieve werkvormen en spelen om jongens tegemoet te komen. Denk aan blindemanspelletjes bij het thema ‘vertrouwen’ of een hindernisbaan bij het thema ‘op reis gaan’. Jongens genieten ook van spelen waaraan een competitie-element is toegevoegd. Wie weet het meeste…? Wie kan het snelste…?

  • Gebruik de grove motoriek

Jongens houden van bouwen. Maak met elkaar eens een groot bouwwerk. Niet op de tafel, maar op de grond of buiten in het gras. Gebruik voor het knutselen grove materialen als tempex, dozen, krijt.

  • Niet praten, maar doen!

Jongens hebben enorm veel testosteron in hun lichaam waardoor ze amper een seconde stil kunnen zitten. Maak gebruik van deze energie en laat ze de wereld, ook die van het geloof, ontdekken door te bewegen en te spelen.

  • Betrek de mannen erbij

Spreek twintigers, vaders en opa’s aan op hun verantwoordelijkheid. Betrek ze bij de voorbereiding en uitvoering van het jeugdwerk. Mannen kiezen eerder voor actieve werkvormen en doen sneller ruigere spelletjes met kinderen en jongeren.

Literatuur

Neuvel, K, ‘Waarom jongens geen meisjes zijn’. Amsterdam. (Veen) 2006.
Ykema, F, ‘Het Rots en Water perspectief. Een psychofysieke training voor jongens’. Amsterdam. (SWP) 2004

IDEAZ

Dit artikel werd geschreven voor IDEA in 2010. IDEA is opgevolgd door IDEAZ, het praktijkblad over missionair kerk-zijn in wijk en wereld.

[1] Bron: Neuvel, K, ‘Waarom jongens geen meisjes zijn’. Amsterdam. (Veen) 2006.
[2] Bron: Ykema, F, ‘Het Rots en Water perspectief. Een psychofysieke training voor jongens’, Amsterdam. (SWP) 2004
[3] Bron: Bevolking 2009, CBS
[4] Klasse voor leraren 204, april 2010, p.24-27

Wellicht vind je dit ook interessant

Jeugdwerker? Jouw ziel doet ertoe

Jeugdwerkteams staan soms verbaasd te kijken als ze bij LEF binnenstappen voor hun eerste trainingsevent van de Learning…
Lees verder

5 x Jeugdwerk XS

Een moeder uit een gemeente vertelde me eens wanhopig: “Ik ben de tienerleider, mijn dochter van zestien en mijn z…
Lees verder

Hoe houd je het vol?

Hoe houd je het vol in het tienerwerk? Het antwoord: verwacht het van de Here en alles komt goed! Je krijgt nieuwe krach…
Lees verder