Een moeder uit een gemeente vertelde me eens wanhopig: “Ik ben de tienerleider, mijn dochter van zestien en mijn zoon van twaalf zijn de jeugdgroep!” Waar veel kerken tien jaar geleden nog jeugdwerk hadden met een maatje ‘M’, lijkt het jeugdwerk van veel kerken nu naadloos te passen in een XS model. Hoe geef je jongeren in een kleine kerk toch een volwaardige plaats in de gemeente?
Er is hoop. Sterker nog, jeugdwerk XS dwingt ons om buiten de box van jeugdgroepen en jeugdleiders te denken. We geven hieronder vijf inzichten die klein jeugdwerk juist kansrijk maken.
1. De blik naar buiten!
Jeugdwerk XS brengt ons terug naar de essentie van het kerk-zijn. De kerk is toch primair een club die bestaat voor haar niet-leden? XS daagt ons uit om geen genoegen te nemen met de huidige situatie. Een jeugdleider: “In plaats van te blijven turen naar de paar tieners die we zelf hebben en de eindeloze autoritten naar de andere gemeente uit ons kerkgenootschap zijn we gaan kijken waar er jongeren zijn in onze eigen omgeving. Als de tieners niet bij ons komen, dan gaan wij toch gewoon naar hen? Het gevolg? Er is nu een voetbalproject met kinderen en tieners uit de wijk!”
2. Over kerkmuren heen kijken
Voor jonge tieners is een jeugdgroep met een maatje ‘M’ een belangrijke plaats. Het is de plaats waar je kunt experimenteren met verschillende ‘rollen’ in de zoektocht naar je eigen identiteit en een plek waar je wat anoniemer je topics kunt bespreken dan thuis. Een jeugdwerker vertelt hoe hij door jeugdwerk XS heeft geleerd om ‘slimmer’ te denken: “We hadden met onze drie tieners niet de illusie dat we een eigen jeugdwerk konden opbouwen. Daarom hebben we met meerdere kerken de handen ineengeslagen en draaien we nu samen toch een club met negen tieners. We zijn daardoor trouwens als kerken ook op meer gebieden gaan samenwerken. We hebben bijvoorbeeld inloopochtenden voor moeders uit de buurt, maar denken momenteel ook na over een gezamenlijke diaconale actie zoals ‘Nacht zonder Dak’.”
3. Aanbod op ‘maat’
Waarom zelf doen wat een ander al doet? We kennen een dominee die ervoor gekozen heeft om in overleg met de ouders en jongeren te kijken welke jeugdgroep uit een andere kerk in zijn stad een thuisbasis zou kunnen zijn. De drie jongeren uit zijn gemeente gaan nu elk naar een jeugdgroep van een andere kerk. Er werd gezocht naar aanbod op maat. De tieners hebben heel bewust gekozen voor een jeugdgroep die past bij hun (geloofs)beleving, vriendengroep of interessegebied.
4. Eén-op-één-contact
In de vroege kerk was het gewoon dat een mentor met zijn pupil ging wandelen om de geloofsgroei te bespreken. De catecheet trok in een één-op-één-relatie op met zijn jongere. In het jeugdwerk is het belangrijk dat een jongere zich gezien en gehoord weet. Jeugdwerk XS dwingt ons om de focus van de activiteit weer terug te brengen naar de relatie.
5. Zoeken naar gezamenlijke passies
Evert is geluidsman in de kerk. Hij heeft niet zo veel met jongeren zegt hij zelf. Als ik hem zondag in de kerk zie, lopen er twee jonge gastjes bij hem die helpen met de beamer, het licht en het finetunen van de monitorboxjes van de muzikanten. Tijdens de preek lopen de jongens naar buiten om een sigaretje te roken. Na afloop van de dienst spreek ik Evert nog even. Ik vraag hem wie die jongens zijn. “O dat zijn Joost en Carlos, ze komen eigenlijk nooit meer in de kerk, maar ze helpen me regelmatig met het geluid. Ze komen ook vaak bij mij thuis, op verjaardagen of zomaar ’s avonds een biertje doen.” Op de vraag of hij dan niet toch een jongerenwerker is moet hij grinniken om vervolgens weer door te gaan met zijn werk.
Gespreksvragen
- Durft u over of buiten de muren van de eigen kerk te kijken als u denkt aan uw tieners en jongeren?
- Denkt u bij jeugdwerk aan de jongeren in uw kerk of de jongeren in uw hele buurt?
- Bedenk minimaal drie passies die de tieners en jongeren uit uw kerk met elkaar delen en die zich lenen om in ‘touch’ te blijven.
- Breng in kaart waar uw aanbod onderscheidend is van het jeugdwerkaanbod van andere gemeenten? Welke kansen geeft dit?