We schrijven onze kinderen in voor voetbal, pianoles en tekenles, want het moet zich breed ontwikkelen. Maar hoe zit het met het geloof? Zetten we ons daar ook zo voor in? Kunnen we daar überhaupt aan bijdragen?
Het geloof overdragen is niet zo simpels als naar een sportvereniging of muziekschool gaan. Is af en toe bijbellezen en bidden voldoende? Hoe zorgen we ervoor dat onze kinderen niet afhaken als ze dertien of zestien zijn? Of hebben we dat gewoon helemaal niet in de hand?
Kortom: het belangrijkste en beste voor een kind - een liefdevolle relatie met God – hoe kunnen we daar als ouders optimaal in investeren? Een aantal tips vanuit een actuele bron (onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau over hoe kinderen leren geloven*) en een heel oude bron (de Bijbel).
1. Leef je geloof
Hoe kun je het geloof in God doorgeven, middenin een seculiere samenleving? Dat is de vraag van Israël voor ze het land Kanaän binnentrekken. Mozes geeft hen Gods richtlijnen voor het opvoeden van hun kinderen: "Prent ze [Gods geboden] uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat." Leef met God, wees een levend voorbeeld van het navolgen van zijn goede richtlijnen. Elk moment van de dag en overal. Laat je geloof je hele leven doortrekken, dan zien je kinderen vanzelf wie God is en hoe goed het leven met hem is.
Ook het Sociaal Cultureel Planbureau constateert duizenden jaren later deze waarheid. Van doorslaggevend belang voor het leren geloven van een kind zijn: gewoontevorming in het gezin en een merkbare persoonlijke doorleefdheid van het geloof van de ouders. Goede geloofsgewoonten, die elke dag terugkeren: bijbellezen, bidden, elkaar dienen, zegenen. En ouders die hun kinderen laten voelen dat dit niet zómaar rituelen voor hen zijn, maar waardevolle momenten in hun relatie met God.
2. Getuig van je geloof
Verder bevorderen open gesprekken met de ouders over het geloof de religieuze interesse bij kinderen, volgens het Sociaal Cultureel Planbureau. Psalm 78 zegt het zo: "Wij willen het onze kinderen niet onthouden, wij zullen het aan het komend geslacht vertellen, van de roemrijke, krachtige daden van de Heer." Niet alleen in daden, maar ook in woorden mogen ouders getuigen van de echtheid van hun geloof en vooral: van de goedheid van God. Geloofsopvoeding is méér dan alleen ‘uit de Bijbel voorlezen’. Het gaat om de persoonlijke getuigenis over de grootheid van God. Misschien vanuit of naar aanleiding van die bijbelverhalen, maar ook vanuit het eigen leven van de ouders. Wat hebben ze zelf meegemaakt met God? Wat hebben ze ervaren aan gebedsverhoring, Gods leiding in hun leven, Gods troost in verdriet. Dat heeft zeggingskracht voor kinderen!
3. Geef het geloof samen door
Opvallend in het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau is het belang van actieve, betrokken kerkgang van de ouders. "Gelovigheid zonder kerkelijkheid beklijft niet op de langere duur of krijgt een geheel eigen inhoud." Geloven doe je niet alleen als gezin, maar in een gemeenschap. Kinderen hebben het nodig om een bredere geloofsgemeenschap om hen heen te hebben. Als luisteren naar de eigen ouders even minder populair is in de puberteit kunnen ze terugvallen op andere gelovige volwassenen. Ze ervaren dat er méér gezinnen gelovig zijn. Bovendien kunnen ouders steun ondervinden van ‘collega-ouders’ en van andere christenen die biddend om hen en hun gezin heen staan.
Ook dit gegeven is natuurlijk niet nieuw. In de beide hierboven genoemde bijbelgedeelten spreekt God expliciet de brede gemeenschap van gelovigen aan: "Hoor Israël" (Deuteronomium 6), "Luister, mijn volk" en "Wij hebben het gehoord, wij zullen het aan het komend geslacht doorgeven" (Psalm 78). Geloof wordt doorgegeven binnen de gemeenschap en van generatie op generatie. Alle gelovigen, elke generatie is hiervoor verantwoordelijk. Ouders staan er niet alleen voor; ze mogen samen met gelovigen om hen heen (jeugdwerkers, andere ouders, oudere generaties binnen de kerk) het geloof doorgeven aan hun kinderen. Zó ‘beklijft’ het geloof bij hun kinderen en heeft het meer kans de puberteit te overleven. Want kinderen en tieners weten zich thuis in een levende gemeenschap!
Optimaal investeren in het geloof van kinderen is niet een standaard riedeltje aan rituelen afwerken in het gezin. Het is ook niet een kant-en-klaar pakketje aan geloofswaarheden doorgeven. Maar er liggen wél prachtige kansen in juist de ‘simpelste’ dingen: gewoon je geloof in God (voor)leven, vertellen wat je meemaakt met hem en genieten van de gemeenschap met gelovigen om je heen.
*) SCP: Sociaal en Cultureel rapport 2010, Wisseling van de wacht: generaties in Nederland.