Matthijs Vlaardingerbroek reageert op een artikel in ideaz over de vraag wie het werk van de babyboomgeneratie in de kerken gaat overnemen? Vooral de stelling dat de generatie X (35-50) niet klaar staat om het stokje over te nemen, prikkelt hem.
Begin december las ik een kort artikel in ideaz over de vraag: “Wie gaat het werk van de huidige babyboomgeneratie binnen de evangelische gemeentes en organisaties overnemen, als ze de komende jaren met pensioen gaan?” De schrijver van dit artikel maakte het punt dat ‘juist de generatie X (35 – 50 jaar) massaal is weggevallen en te veel met zichzelf bezig is om het stokje over te nemen.’
Deze laatste opmerking zette mij aan het denken. Het is waar dat veel evangelische leiders de komende jaren hopelijk met pensioen gaan en dat mijn generatie er niet op zit te wachten om hun taken over te nemen. Laat staan hun erfenis te ontvangen. Maar heeft dat echt te maken met het feit dat wij te veel met onszelf bezig zijn of spelen hier heel andere zaken een belangrijke rol? Hieronder wat gedachten…
Absolute waarheid
De huidige evangelische beweging ontstond in de jaren zeventig. De leiders, die nu bijna met pensioen gaan, waren toen de jonge leiders. Vol passie voor het Evangelie, aangespoord door de succesmodellen in de Verenigde Staten en uitgedaagd door het opkomende liberalisme gingen ze met veel enthousiasme en liefde aan de slag. Als generatie X waren wij toen nog kleine kinderen. Wij hebben het van dichtbij meegemaakt hoe de evangelische organisaties en gemeentes als ‘jaren zeventig flats’ van de grond af werden opgebouwd. Met grote heipalen gefundeerd op de absolute waarheid. Met gewapend beton tegen de afvalligheid en de boze wereld. Sterker, groter, hoger, met meerdere lagen gebouwd op voortdurende groei. Deze evangelische flats hoefden niet mooi te zijn, als ze maar functioneel waren. En ze moesten vooral hun doel dienen: mensen bereiken met het Evangelie en het Woord van God zo hoog mogelijk houden. Als je vandaag de dag door een willekeurige stad rijdt, zie je ze vaak nog steeds staan: grote, hoge, betonnen, jaren zeventig flats.
Ons thuis
Als kinderen waren wij de eerste bewoners van deze evangelische flats. Wij zijn hier groot geworden. We hebben gespeeld in de kelders. Onze vaders vergaderden op de hoogste verdieping. Wij kennen de geur, herkennen de klanken. Deze evangelische flats waren ons thuis. Misschien wel voor jaren. Ooit droomden wij ervan hoe wij op een dag de directeurs van deze flats zouden zijn en hoe wij dan de kelders zouden ombouwen tot een cool jeugdhonk. Maar deze droom ligt al ver achter ons. Wij wonen hier al jaren niet meer. Er is namelijk iets gebeurd. Misschien vraag je ‘wat’? Wat zou je ertoe leiden om deze krachtige, evangelische flats achter je te laten?
Zoals altijd is dit verbonden aan een mix van factoren en is dit voor iedereen anders. Sommige van ons hebben in deze flats traumatische dingen meegemaakt. We hebben leiders van de hoogste verdiepingen ‘onder hun zonden’ te pletter zien vallen. Sommigen van hen werden door andere bestuurders over de rand geduwd. We hebben bloedige coups meegemaakt en zijn in onze ‘jonge honden’ fase zelf ook tegen angstige, dominante, oude mannen opgelopen. Sommige van ons koesteren voor de rest van ons leven een wantrouwen tegen deze leiders, een wantrouwen dat vaak wederzijds is. Sommige van ons zijn gevlucht en lopen nu bij een therapeut, of niet…
Timing
Je kan van onze generatie echter niet zeggen dat wij het niet hebben geprobeerd. Onze timing was helaas alleen nogal ongelukkig. De leiders die de komende tijd met pensioen gaan en nu dringend op zoek zijn naar een opvolger, zaten toen nog in hun krachtige, succesvolle opbouwfase. Toen hadden zij ons nog niet écht nodig. Toen zeiden ze dat alleen maar omdat het zo moest. Toen waren ze krachtig en konden ze alles zelf. Toen geloofden ze nog in de maakbaarheid van hun visie. Toen waren wij alleen maar lastige jonge honden met wilde ideeën. Nu ze ons eindelijk echt nodig hebben, zijn wij er niet meer.
Cultuuromslag
Trauma’s zijn niet de enige reden dat wij weg gingen. Een andere belangrijke reden heeft met beweging te maken. De afgelopen twintig tot dertig jaar heeft er een geweldige cultuuromslag in onze maatschappij plaats gevonden. Je zou kunnen zeggen dat de rest van de stad rondom deze flats op reis is gegaan. Onze evangelische flats konden natuurlijk niet mee. Hun heipalen stonden te sterk in de grond. Meegaan met de reis betekende het loslaten van de absolute waarheid. Of als we beter kijken, het loslaten van hun beeld van wat zij dachten dat de absolute waarheid was. Hoe dan ook, de evangelische flats bleven staan.
Natuurlijk vonden hier keer op keer enorme externe en interne renovaties plaats. Vaak kun je bij een evangelische organisatie van nu aan de buitenkant niet eens meer zien dat het om een jaren zeventig flat gaat. Om over de binnenkant maar te zwijgen. Ondanks alle renovaties en alle versieringen is de structuur van het gebouw echter al veertig jaar hetzelfde gebleven. Het staat dan ook nog steeds op dezelfde plek.
Op reis
Als jongeren stonden wij voor een keuze. Gaan we opnieuw de zoveelste renovatie meemaken of zoeken we onze woning ergens anders? Veel van de generatie X ‘leiders’ hebben uiteindelijk een camper aangeschaft. Misschien wel als tegenreactie tegen het geankerde en het stabiele van de flats. Niet proberen vast te houden aan jouw idee van de absolute waarheid, niet het draaiend willen houden van de flats, maar mee gaan op reis. Misschien was het wel een vlucht weg van deze leiders. Misschien was het een zoeken naar persoonlijke betekenis en geluk. Hoe dan ook, het geweldige voordeel van een camper is dat je tegelijkertijd kunt wonen en reizen. Je bent nu hier en dan daar. Je zit minder vast aan een plek of een standpunt. Weet je, we zijn namelijk graag onder de mensen. Misschien minder georganiseerd, minder gestructureerd, minder zicht op beton en wellicht iets meer zicht op groen. Misschien houden wij ook net iets meer van schoonheid dan van doelmatigheid. Misschien zijn wij anders gaan denken over de functie van de evangelische flats. Hoe het ook zij, om meerdere redenen hebben wij een camper aangeschaft. En omdat onze cultuur, onze vrienden en de mensen om ons heen nog steeds onderweg zijn, reizen wij nu met hen mee. Natuurlijk ziet iedereen dit proces door zijn eigen ogen.
Niets nuttigs
In de ogen van de achterblijvers in de evangelische flats waren wij ooit de jonge honden die het op hun eigen manier moesten doen. Nu zijn wij die generatie die teveel met zichzelf bezig is en die weigert om hun stokje over te nemen. Ze zien ons reizen in onze campers. Ze lezen onze blogs over het surfen over de golven en het drinken van de wijn bij het kampvuur. Ze denken dat ons leven één grote zoektocht naar persoonlijk geluk is. Omdat hun denkkader verbonden is aan het beeld van grote flats en aangezien wij geen grote flats bouwen, doen wij in hun ogen eigenlijk niets nuttig. Ze hebben vanuit hun penthouse op de bovenste verdieping weinig zicht op onze betekenis, op onze zoektocht naar het maken van een verschil en onze betekenisvolle relaties.
Waar gaan we naartoe?
Het punt is namelijk dat wij de evangelische flats nooit uit het oog verloren zijn. Als het moet, of als wij willen, komen we hier nog steeds met plezier op bezoek. Maar we willen hier gewoon niet meer wonen! Laat staan deel worden van de directie. We stellen dan ook heel andere vragen. Onze vraag luidt meer: “Waar gaan we naartoe?”, in plaats van: “Hoe houden wij vast?” Als camperbewoners zijn wij bezig met de vragen: “Waar ligt de grens van waar we wel of niet heen kunnen reizen? Wie kunnen wij hierin meenemen? Welke bagage moeten we achterlaten om verder te kunnen reizen? En welke bagage moeten we bewust meenemen?”
Hoe blijven we hier?
Binnen de directie van de flats liggen de vragen net even anders. Ook hier zijn ze bezig met de vraag: “Waar gaan wij naartoe?”, terwijl ze zich tegelijkertijd moeten afvragen: “Hoe blijven wij hier?” Want echt op reis gaan, kunnen ze nog steeds niet. Het flatgebouw slopen of achter hen laten om verder te kunnen reizen, is en blijft een (bijna) onmogelijke beslissing. “Maar wat moeten we dan wel met het flatgebouw aan en aan wie kunnen we deze erfenis op een veilige manier overdragen?” is de grote vraag. De huidige generatie X-leiders vallen buiten dit antwoord. Mede omdat wij dit over het algemeen niet zouden willen. Mede omdat ze terecht vrezen, dat wij hun flats zouden slopen of als museum zouden inrichten. Maar gelukkig zit er onder ons een hele nieuwe generatie ‘jonge honden’, die als huidige flatbewoners misschien wel iets moois van deze erfenis zouden willen maken.
Hoop
Toch denk ik dat we uiteindelijk de verkeerde vraag aan het stellen zijn. De vraag is wellicht niet ‘wie’ dit gaan doen. De vraag is meer: “Wat is nu nog de opdracht van deze evangelische flats? Welke belofte ga je als evangelisch flat voor de komende jaren maken en aan wie ga je dit beloven?” Mijn hoop is dat de huidige generatie leiders, die nu op het randje van hun pensioen staan, dit laatste avontuur nog aandurven. Dat ze het aandurven om in samenwerking met de nieuwe, jonge leiders en misschien wel met een beetje advies van de kritische generatie X op zoek te gaan naar een krachtige, nieuwe belofte, waardoor er wellicht de kans ontstaat dat de huidige evangelische flats ook voor de komende jaren van blijvende betekenis zullen zijn.