Nog één keertje ‘Ik ga op reis en neem mee’ en dan is het speelcafé afgelopen. Geen bijbelverhaal, geen gebed. De medewerkers van Thuis in West in Rotterdam vinden welzijnswerk minstens zo belangrijk als woordverkondiging.
Trams, coffeeshops, telefoonwinkels, etalages met Aziatische gewaden en veel drukte op straat. Een van de huizen in de wijk Middelland draagt de naam Thuis in West, een buurtproject van christenen die de buurt ‘warmer willen maken’.
Pannenkoekjes
Bij binnenkomst vraagt Cezin, een jongetje van een jaar of elf, of ik zin heb in een partijtje tafelvoetbal. Hij maakt me snel in en is dan bereid me het huis te laten zien. Vanmiddag zijn er een stuk of twintig kinderen aan het spelen. Alsof hij er woont, toont Cezin me de huiskamer, een keukentafel waar pannenkoekjes gebakken worden, een barretje om wat te drinken, een lokaal met computers voor de huiswerkbegeleiding en het ‘bijbelkamertje’ van Bram; een piepklein gesprekskamertje met twee stoelen en een enorme Bijbel. Nonchalant: “Hier kun je gewoon wat praten.”
Vaderactiviteiten
Wegens krimp hield de Christelijke Gereformeerde Kerk er in deze wijk in 2009 mee op. Het gebouw werd verkocht en het geld dat overbleef mocht worden ingezet om iets goeds te doen in de buurt. Na een brainstormperiode rolde daar het idee voor Thuis in West uit: ‘Een open project vanuit een kerkelijke bedding’. In een vacature werd om kartrekkers gevraagd en daar reageerden Bram en Ineke Dingemanse op. Samen met twee anderen vullen ze nu één fulltime baan, de rest van de tijd zetten ze zich vrijwillig in. Inmiddels werken zo’n dertig vrijwilligers uit allerlei kerken met ze mee. Naast het speelcafé, organiseren ze sportavonden, een leesclub, bezoek en hulp aan huis, koffieochtenden, vaderactiviteiten en Nederlandse les. Idee is dat er zo gaandeweg, met de meest frequente bezoekers, een gemeenschap ontstaat.
Twee poten
Als alle kinderen met een uitnodiging voor een zomerweek en een lolly zijn vertrokken, praat ik verder met Ineke Dingemanse en twee vrijwilligers, Sheila Blankendaal en Maartje Droger. Ineke reageert op de vraag of wijkopbouw in Thuis in West belangrijker is dan evangelieverkondiging. “Ons werk heeft twee doelen. Het evangelie moet blijven klinken én we willen als christenen tot zegen zijn door welzijnswerk. Diaconaal werk alleen is ook heel zinvol, benadrukt ze. We hebben bewust gekozen voor deze twee poten. Dat laten we ook aan de mensen zien. Als we iets met de Bijbel doen, dan weten de mensen dat. Dan hangt er ook een wimpel aan de vlag voor de deur.”
Discipelen
Met het expliciet missionaire zijn de medewerkers wel begonnen, maar niet intensief. “We willen graag dat dat binnen de relatie gebeurt. Af en toe doen we een bijbeluur na het speelcafé en ook rondom de feestdagen doen we dat. In september willen we op zondagavond met maaltijden beginnen en dan ook over ons geloofsleven praten. Maar we beginnen bewust heel klein. Mike Breen1 zegt: ‘Als je mensen opleidt tot discipelen, ontstaat er vanzelf een kerk, maar als je een kerk begint, ontstaan er niet vanzelf discipelen.’ Als je als kerk van start gaat, loop je daarnaast het risico dat je allerlei kerkelijke mensen aantrekt, die het niet kunnen vinden in hun eigen gemeente.” Een bemoedigende illustratie bij deze ‘methode’: “Bram is nu in gesprek met een Pakistaanse man – vader van een van de kinderen uit het speelcafé. Zou je de Bijbel willen leren kennen, had hij hem gevraagd. Op een dag lazen ze samen uit Matteüs 5. Maar dit is mooi, reageerde de man, waarom vertel je dit niet aan iedereen!”
En wordt de buurt al wat warmer na ruim een jaar Thuis in West? Sheila: “Ik merk het aan kleine zaken. Mensen vinden het fijn om je te zien. Ze hebben een vrolijke associatie bij het buurthuis. Daar wordt iets gedaan dat goed is, weten ze. Mijn kind zit daar goed.” Ineke: “De mensen komen hier graag en blijven hangen. Gesprekken die we hebben zijn heel positief. Juist ook omdat alle andere buurthuizen sluiten.”
Verschillende niveaus
Hoe het project er over een paar jaar uit ziet, is nog heel onzeker. “Maar het is niet pas geslaagd als we mensen tot geloof zien komen”, zegt Ineke. “Dat is wel ons verlangen, maar er zullen altijd mensen zijn, die niet tot geloof komen. Je kunt resultaat op verschillende niveaus afmeten. Dat je kinderen en mensen ziet groeien, bijvoorbeeld. Of dat mensen de Nederlandse taal beter leren.” Sheila: “Of dat kinderen zich steeds veiliger voelen, zodat ze meer durven te vertellen. Boven de grond zie je misschien nog niets. Maar het zaadje kan al ontkiemd zijn en onder de grond kan al heel veel gebeuren.”
Uit ideaz
Dit artikel werd geschreven voor idea 3 van 2013. idea is opgevolgd door ideaz, het praktijkblad over missionair kerk-zijn in wijk en wereld.