Het was steevast een agendapunt van onze evangelisatiecommissie begin jaren 90: Bezoek randkerkelijken. Rand- en buitenkerkelijken moesten weer terug gehaald worden, dat was onze missie.
Een keer in de twee weken op donderdagavond gingen we de deuren langs, een oude, zeer overtuigde broeder en ik als evangelisatieouderling. Eerst kwamen we met een groepje mensen samen in de kerk en daarna trokken we eropuit met een lijstje namen. Aan het einde van de avond keerden we terug om de mooie en (meestal) minder mooie gesprekken te delen. Met steeds meer tegenzin en lood in mijn schoenen begon ik die donderdagavonden aan de gang langs de deuren. Eerst onderdrukte ik een tijdje het ongemakkelijke gevoel als aanvechting en als zondig, maar na een tijdje verwaterde de bezoekrondes en zijn we ermee gestopt.
Belemmering
Inmiddels zijn we ruim twintig jaar verder. En om eerlijk te zijn, heb ik dat hele onderscheid losgelaten. Ik deel de mensheid niet meer in als binnen- of buitenkerkelijk. Als ik achteraf terugkijk, denk ik zelfs dat het een belemmering is geweest in contacten die ik bijvoorbeeld had met collega’s. Altijd een alertheid: ‘zou hij of zij wel kerkelijk zijn, zo nee, hoe kan ik daar iets aan doen…?’ En weg was de onbevangenheid. Moeten we de randkerkelijke nog wel bestaansrecht geven is steeds meer mijn vraag geworden?
Grenzen trekken
Ik zou eigenlijk willen voorstellen om het denken in categorieën binnen-, rand- en buitenkerkelijk helemaal af te schaffen. Niet omdat we geen contact meer moeten hebben met mensen die niet of nauwelijks in een gemeente komen, of dat we met een grote boog om hen moeten heenlopen. Nee, ik denk dat die aanduidingen uitgaan van een achterhaalde kerkvisie. We moeten af van een kerk die alleen maar denkt in termen van ‘binnen en buiten’, in ‘wij en zij’. Dergelijke begrippen grenzen af, sluiten uit en sluiten buiten, hoe goed het vaak ook is bedoeld. Ik pleit voor een transformatie naar een randloze kerk. Van een kerk die grenzen trekt en randen creëert, naar een kerk die open is, die gebeurt, die ‘wordt’, die (nieuw) gecreëerd wordt, gericht op Gods Koninkrijk, en geworteld in Jezus Christus.
Juridisch
Wat is er dan mis met een kerkvisie gebaseerd op randen? Het knelpunt zit wat mij betreft in een te strikte theologische en juridische omschrijving van het begrip kerk en de doelstelling om bestaande leden te activeren of zoveel mogelijk nieuwe leden voor de gemeente te werven. Gaat de (juridische) notie ‘lid-zijn-van-de-kerk’ niet te veel vooraf aan het zijn van lichaam van Christus? Het zou toch andersom moeten zijn, dat het lichaam van Christus vooraf gaat aan alle structuren en vormen die wij mensen kunnen bedenken? Als het uitgangspunt is dat je alleen kerk kunt zijn met leden die ingeschreven staan (en vooruit met gasten, want we zijn een gastvrije gemeente, maar we hopen wel dat je snel lid wordt), ga je naar mijn idee voorbij aan de meer organische vormen van gemeente-zijn. De neiging bestaat dan dat je op basis van die strikt omschreven theologische en juridische basis een organisatie-marketing benadering gaat ontwikkelen die nieuwe markten met bestaande en nieuwe producten benadert. De randkerkelijken zijn dan de doelgroepen voor deze marketing tools. Eigenlijk dezelfde benadering als ruim twintig jaar geleden bij mij, maar nu geen colportage maar andere technieken.
In de praktijk
Ik wil pleiten voor een meer organische basis van kerk-zijn. Natuurlijk zijn een theologisch basis en juridische voorwaarden nodig. Maar dat is pas nadat midden in de praktijk en in de context van het leven er relaties en gemeenschappen ontstaan en worden en gebeuren. En die onderlinge verbondenheid met elkaar kan zomaar een verbinding worden waarin ook de Geest van Jezus Christus werkt, doordat de ontferming van Christus zelf geleefd wordt of Gods Woord gesproken, gelezen en verteld wordt.
Medemens
Dit is dan een randloze kerk, het is een verbondenheid van onderlinge relaties en netwerken die midden in het dagelijks leven kunnen ontstaan. Verbanden en netwerken die ook kunnen besluiten als onderling verband anderen op te zoeken op een heilig moment in de week op een heilige plek. Om vervolgens weer als gemeenschap verder te gaan het leven in. Maar als een kerk geen randen meer heeft, hoe noem je dan een randkerkelijke? Daar kunnen we het samen over hebben. Ik denk iets als medemens, vriend, buurman, collega, medeschepsel, medezoeker, en wie weet de ontdekking: als medelid van het lichaam van Christus
Uit idea(z)
Dit artikel werd geschreven voor idea 2 van 2013. idea is opgevolgd door ideaz, het praktijkblad over missionair kerk-zijn in wijk en wereld.