‘Wat ga je hierna doen?’ Dit is zo ongeveer de standaardvraag die een eindexamenleerling op zich afgevuurd krijgt in gesprek met ooms en tantes op feestjes en partijen.
Door de veelheid aan keuzemogelijkheden is menig scholier bang om verkeerd te kiezen. Veel jongeren stellen daarom hun keuze maar uit. Ouders voelen de (financiële) druk stijgen. Hoe kun je jongeren bevestigen in wie ze zijn en aansporen op zoek te gaan naar een studie die bij hen past? 7 tips
1. Doe samen een APK
De letters APK staan voor woorden die gaan over wie je bent: aanleg, persoonlijkheid en karakter. Bevestig jongeren door te vertellen welke talenten je in hen ziet. De volgende vragen helpen om het gesprek hierover op gang te brengen:
- Waar kon je als kind weken naar uitkijken? Wat doe je daar nu mee?
- Welke eigenschappen waardeer je in je familieleden? Wat zie je wel of niet terug bij jezelf?
- Welke ervaringen had je niet willen missen? Wat hebben die met je studiekeuze te maken?
- Welke vaardigheden wil je terug laten komen in je studie?
- Wat vind je interessante thema’s om over te lezen?
- Hoe wil je God betrekken bij je studiekeuze?
- Welke vragen heb je nog over je studiekeuze?
2. Kijk naar je eigen APK
Sommige ouders en jeugdleiders adviseren (vaak met de beste bedoelingen) vanuit hun eigen APK. Bedenk wat voortkomt uit je persoonlijke voorkeuren en probeer zoveel mogelijk af te stemmen op de APK van de jongere.
3. Kijk naar persoonlijkheid, vaardigheden, interesses en waarden
Ik ken een jongen die niet kon wachten om naar de PABO te gaan. Zijn hele omgeving bevestigde dat: qua persoonlijkheid zou hij een lieve en sociale meester worden met oog voor ieder kind. Hij kon goed luisteren én goed vertellen. Daarnaast vond hij het belangrijk dat kinderen ook les krijgen van mannen. Na een paar maanden stopte hij met zijn studie: de vakken waarin hij les moest geven, interesseerden hem bijzonder weinig.
Van dit voorbeeld leren we dat het belangrijk is dat de studie zoveel mogelijk overeenkomt met de persoonlijkheid, vaardigheden, interesses en waarden van de jongere. Hoe groter de overeenkomsten, hoe groter de kans van slagen.
4. Betrek God bij de studiekeuze
Soms lijkt het alsof geloof en studiekeuze weinig met elkaar te maken hebben. In de kerk horen jongeren dat God hen leidt en op school horen ze dat ze een voorkeurslijst moeten maken van studies. Dank God voor wat Hij in je jongere heeft gelegd en welke ervaringen Hij op zijn pad heeft gebracht.
5. Ga mee naar open dagen
Samen hoor je meer dan in je eentje. Stimuleer ouders om mee te gaan als hun kinderen dit op prijs stellen. Op de site www.hmkmk.nl (bij het boek ‘Help, mijn kind moet kiezen’) staan handige formulieren met aandachtspunten voor het bezoeken van een open dag. (Meer handige links staan op www.paulienvervoorn.nl onder links)
6. Zet je netwerk in
Bedenk wie er in je netwerk zit om de jongere een stap verder te helpen. Huidige studenten kunnen vertellen wat de studie inhoudt en mensen in het werkveld kunnen een goed beeld geven van een gemiddelde werkdag. Inventariseer eens of er de mogelijkheid is om een dagje mee te lopen met iemand die een link heeft met een studie die op het voorkeurslijstje staat.
7. Relativeer
Veel jongeren hebben het idee dat ze tot hun 65e vastzitten aan de studie die ze nu kiezen. Noem voorbeelden van mensen uit je netwerk die creatief omgegaan zijn met hun studie. Benadruk dat het belangrijk is om een passende studie als basis te kiezen. De rest komt later.
