Hin Talane is ondernemer, bestuurslid van allerlei clubs en lerend oudste in baptistengemeente De Ontmoeting in Sittard. Hoe kijkt hij aan tegen discipelschap? Valt dat te sturen?
Een situatie een paar jaar geleden typeert Hin Talane. Na een intensieve periode van zeven jaar in een evangelische gemeente in Geleen, hadden zijn vrouw en hij behoefte aan een sabbatsperiode. Omdat ze toch onder het Woord wilden blijven, bezochten ze op zondagochtend de baptistengemeente bij hen om de hoek. Al snel bleek dat de geluidsinstallatie haperde. Talane schoof heen en weer in zijn stoel, maar zijn vrouw stelde hem gerust dat hij als gast geen taak had. Toen het geluid om tien uur echter nog niet werkte, stond Talane (die een achtergrond heeft in de muziek) toch weer achter de knoppen. De sabbatsperiode kwam er, maar inmiddels is hij lerend oudste in de gemeente, leidt hij bijbelstudies en gaat geregeld voor in de diensten.
Geloofsgesprek
Baptistengemeente De Ontmoeting in Sittard bestaat veertig jaar. Talane somt de feiten op: “De gemeente heeft 72 leden en de gemiddelde leeftijd is 66. We missen anderhalve generatie en hebben twee kinderen op de zondagschool. Door de hoge gemiddelde leeftijd is het een redelijk traditionele baptistengemeente. Vroeger was er een wervelend gemeenschapsleven met een koor en clubs, nu is daar niet zoveel meer van over.”
Spreken over hun persoonlijke geloof vinden de gemeenteleden moeilijk, gaat hij door. “Het uiten van het geloof zit veel meer in hoe ze met elkaar omgaan dan in het gesprek. Ze vinden het moeilijk er met anderen over te praten. Om het veertigjarig jubileum van de gemeente te vieren organiseerden we een barbecue met de buurt. In plaats van folders in de brievenbussen te doen, zouden we aanbellen en een uitnodiging overhandigen. Uiteindelijk was ik de enige die kwam opdraven…”
Oppervlakkig
Talane kan wel een oorzaak voor die terughoudendheid om met anderen over het eigen geloof te praten aanwijzen. “Voor een belangrijk deel heeft het te maken met de wijze waarop discipelschap vorm krijgt in ons leven. Ons geloofsleven is vaak net zo oppervlakkig geworden als de manier waarop wij leven in deze maatschappij. Daar is alles kort en snel, oppervlakkig en individualistisch. Samen, alles met elkaar delen, hoort er niet meer bij. Maar waar is het bij discipelschap om te doen? Je helemaal aan Hem overgeven en die keuze je agenda laten bepalen. Vaak zijn onze baan, kinderen en sporten van de kinderen toch belangrijker.”
Toch is hij bepaald niet aan het somberen over een ‘hopeloze situatie’. “Tijdens een zondagmorgendienst liet ik de mensen een keer opstaan. Ik vroeg diegenen te gaan zitten die recent tot geloof zijn gekomen. Vervolgens degenen die vijf jaar geleden tot geloof zijn gekomen, enzovoorts. Mensen zagen: er zijn best veel mensen die al heel lang kind van de Heer zijn! Ik vroeg hen of ze zich nog konden herinneren wanneer ze tot geloof waren gekomen en of ze daarover iets wilden vertellen? Dat deden ze en daar ging heel veel energie vanuit.” De vonk is er dus nog wel, zag hij.
Huiswerkopdrachten
Wat kan een gemeente dan doen om discipelschap te stimuleren? “Het is de primaire taak van een gemeente om het proces te faciliteren dat navolging en discipelschap onderdeel van het leven maakt. Dat doen we in Sittard op meerdere fronten tegelijk. In de preek laat ik zien dat een keuze voor Jezus vraagt om een werkende houding. Ik geef dus ook huiswerkopdrachten mee. Bijeenkomsten in kleine groepen maak ik persoonlijker en confronterender. In het interactieve deel van onze Bijbellezing/bidstond zijn mensen vaak geneigd om in algemene termen te spreken. Ik vraag dan door: Wat betekent het precies voor jou?”
Systematisch
Het meest concrete ‘gereedschap’ is de discipelschapscursus die dit jaar begonnen is. “We hebben ervoor gekozen om met een bijbelstudiegroep de cursus Discipelship Explored te doen. Een systematisch programma aan de hand van de Filippenzenbrief. Paulus neemt de Filippenzen mee in een mooi proces en daarin wordt discipelschap heel concreet. Wat is discipelschap nou en wat vraagt het van ons? Aan de ene kant zijn het dingen die ze wel weten of gehoord hebben. Maar wat doet het nou met jou, vragen we.
Paulus begint de brief aan de Filippenzen door op te noemen wat hij mooi vindt aan hun geloofsleven. De eerste huiswerkopdracht was dus: neem iemand in je hoofd die jou heel goed kent en schrijf namens hem een brief aan jezelf. Wat schrijft hij over jouw geloofsleven? Eerst doen mensen dat vaak nog in algemene termen. Dan prikken we opnieuw door: hoe wordt het nou in jouw leven zichtbaar?”
Voorleven
We moeten de persoonlijke geloofsbeleving bespreekbaar maken, daar blijft Talane op hameren. “En dat leren we in de gemeente. God is een God van gemeenschap en dus gaat het bij discipelschap ook om relaties. Verder is het gewoon mensen aanspreken, voorleven en een appèl op ze blijven doen.”
IDEAZ
Dit artikel werd geschreven voor IDEA. IDEA is opgevolgd door IDEAZ, het praktijkblad over missionair kerk-zijn in wijk en wereld.