De afgelopen decennia zagen veel kerken een verschuiving van ambtelijk naar onderling pastoraat. Is dat een positieve ontwikkeling of kleven er ook gevaren aan?
Jeanette de Korte is docent pastoraat en supervisor aan de Academie voor Theologie en coördinator van de post-hbo-opleiding ‘Verdieping Pastorale Vaardigheden’ aan de Christelijke Hogeschool Ede. Volgens haar kun je er niet vanuit gaan dat met kringen de basiszorg automatisch goed geregeld is.
Wat zijn volgens u de voordelen van de verschuiving naar pastoraat in de kring?
“Ik zie drie voordelen. Allereerst is een kleine groep een natuurlijke, vanzelfsprekende, laagdrempelige manier van contact leggen en diepere relaties aangaan. Iemand kan makkelijk zeggen: ‘Het gaat niet zo goed thuis, want...’ Daarnaast is een bijbelkring gericht op de Bijbel. Het is vanzelfsprekend dat het kader voor pastorale vragen de Bijbel is. Ten slotte kun je in de kleine groep leren wat het betekent om gemeente te zijn. Als iemand bijvoorbeeld zegt: ‘Ik vind het moeilijk om te vergeven’, dan kun je direct met elkaar bespreken wat dat betekent. Dat is de kracht van pastoraat in kleine groepen.”
Ziet u ook bedreigingen?
“Ja, meer dan een. Er wordt verondersteld dat de kleine groep een veilige en krachtige leeromgeving is, maar dat is nog maar de vraag. Groepsdynamica is een vak apart en vraagt veel deskundigheid van kringleiders. In de kring gebeurt het, zeggen we. Maar is dat wel zo? Worden pastorale problemen bijvoorbeeld wel herkend?
Bij gemeenteleden die in de knel zitten zie je vaak een terugtrekkende beweging. Ze isoleren zich. Bezoek aan een kring schrappen ze vaak als eerste. En het is nog maar de vraag of een kleine groep ertoe in staat is om zorg te blijven verlenen aan iemand die niet meer komt.
Ten slotte kan er bijbeltheologisch van alles vrijuit geventileerd. Als je daar geen leiding aan geeft, kan het zo zijn, dat de groep uiteindelijk niet meer past binnen het grote geheel van de gemeente.”
Zijn gemeenten zich bewust van deze valkuilen?
“Dat verschilt per denominatie en zelfs per gemeente. In sommige gemeenten vraag ik me af of het kader dat voldoende in beeld heeft. Elk half jaar zou je de kleine groepen en de kringleiders grondig moeten evalueren. Er zou ook toerusting moeten zijn in groepsdynamica.
Op papier is er voor elk gemeentelid zorg en toch werkt het niet zo in de praktijk. Vraag je eens af hoeveel mensen er uiteindelijk echt betrokken zijn bij een kring. Als dat bijvoorbeeld tachtig procent is, vraag je dan af of de kringen de pastorale zorg voor die overige twintig procent wel op zich nemen.”
Verder lezen:
Peter van Genderen, Theodoor Meedendorp, Hayo Wijma, Handboek voor Kringleiders, Buijten & Schipperheijn, €16,90
IDEAZ
Dit artikel werd geschreven voor IDEA 2 van 2012. IDEA is opgevolgd door IDEAZ, het praktijkblad over missionair kerk-zijn in wijk en wereld.