Het is vaak een feest om de kleutergroep in de kerk te mogen leiden. De kinderen zijn aanhankelijk, genieten van alles wat je met ze doet en ze doen mee met hun hele lijf.
Beleving
In deze leeftijdsfase die al begint tussen het tweede en derde jaar (peuterleeftijd), is het belangrijk om een klimaat te scheppen waarin de godsdienstige aspecten een wezenlijk bestanddeel vormen. Een sfeer van liefdevolle zorg en verwondering, en een sfeer waarin de kinderen gelegenheid krijgen om mee te doen. In deze leeftijdfase draag je niet de inhoud van het evangelie over, maar de sfeer van Gods liefdevolle evangelie die ze vooral oppikken doordat ze alles heel sterk beleven. Het is een zoeken naar mogelijkheden die de kinderen aanspreken, waarin ze kunnen groeien van meedoen naar zelfdoen. De volgende kenmerken kunnen helpen in dat zoekproces.
Ontdekkingsdrang
Kinderen hebben in deze fase een grote ontdekkingsdrang. Maak gebruik van hun zintuigen:
• Zien: prentenboeken, platen, handpoppen, vingerpopjes en een poppenkast kunnen heel bruikbare middelen zijn. Als verwerking kun je bijvoorbeeld een plaat laten zien en erover laten vertellen, of de plaat wegdoen en er dan vragen over stellen.
• Horen: praten, voorlezen, dingen benoemen, muziek en liedjes, rijmen, klankverschillen en geluiden. Als verwerking kun je bijvoorbeeld een gedichtje voorlezen en steeds het rijmwoord laten aanvullen of een verhaaltje met geluiden.
• Voelen: begrippen als hoger, lager, veel en weinig krijgen ze onder de knie door er mee bezig te zijn; afstanden leren ze schatten door lopen, aanraken en gooien; door voelen krijgen ze idee van hard, zacht, sterk, ruw, glad, enzovoort. Tekenen met kleurpotloden en vetkrijt, verven en kleien horen er op deze leeftijd helemaal bij.
Sfeergevoelig
Belangrijk is emotionele nabijheid en liefdevolle zorg in een vertrouwde omgeving ga dus niet iedere keer in een andere ruimte zitten en spreek met elkaar af waar je de stoelen in een kring zet. Het bijbelverhaal is op deze leeftijd nog net zo belangrijk als het zingen en bidden. Het gaat meer om de sfeer en de beleving. Het vieren van feesten is op deze leeftijd heel belangrijk. Kinderen kunnen dan het geloof beleven samen met groot en klein.
Bewegingsbehoefte
Op deze leeftijd wil en moet het kind steeds bewegen. Het kan dus ook niet zo lang stilzitten en aandacht voor iets opbrengen. Dat noemen ze ook wel een korte spanningsboog. Zorg dus voor afwisseling van rust en beweging. Vertel niet langer als 5 minuten en speel daarna het verhaal uit. Liedjes met bewegingen doen het altijd goed.
Grote fantasie
Alles kan en niets is onmogelijk. Het kind heeft nog geen idee over tijd, afstanden en weinig begrip van de werkelijkheid. Het kan dus nog niet logisch denken. Als we dus vertellen over bepaalde wonderen, bijvoorbeeld dat Jezus op het water liep, moeten we dat voorzichtig doen.
Vragen
In deze ontwikkelingsfase bestoken de kinderen je met wat- en waarom-vragen. Meestal zijn dit eenvoudige vragen. Geef ook een eenvoudig antwoord, maar geen dooddoeners. Wij zijn vaak geneigd een veel te diepzinnig antwoord te geven
Imitators
Graag imiteren kleuters volwassenen. Ze willen graag met alles meedoen, ook met bidden en zingen. Er zijn dus volwassenen nodig die geloof uiten in woorden, gebed en zingen.
Groeiende woordenschat
Door de snelle taalontwikkeling kan een kind in deze fase veel meer contact krijgen met volwassenen en kinderen als daarvoor, maar moeilijke begrippen kun je nog niet gebruiken, evenals beeldspraak. Ze vatten alles letterlijk op. Gelijkenissen zijn dus nog heel moeilijk in deze leeftijd: "ik ben toch geen schaapje."
Egocentrisch
Het kind denkt nog egocentrisch en kan zich nog niet goed in anderen verplaatsen. Maar het vindt het langzamerhand wel leuk om iets met andere kinderen te doen
Eenvoudig
Kleuters kunnen van gecompliceerde situaties maar één aspect tegelijk bevatten; van een bijbelverhaal is het dus belangrijk dat er één ding uitspringt wat ze kunnen begrijpen. Kies verhalen met een eenvoudig verloop en laat allerlei details weg.
Herhaling
Het vertellen van verhalen op deze leeftijd is heel goed. Met name verhalen over wie Jezus is en hoe hij omgaat met mensen en verhalen die gaan over God die alles gemaakt heeft, die van ons houdt en voor ons zorgt. Bijbelverhalen hoeven nog niet chronologisch verteld te worden want de kinderen hebben nog geen historisch besef. Ook als je een bijbelverhaal simpel naspeelt willen ze dat steeds herhalen, met steeds andere rolverdelingen. Allemaal willen ze een keer Goliath zijn.