Als er tieners meedoen in het kinderwerk maak je het jezelf als volwassene een stuk makkelijker om kinder(hart)en te bereiken.
Tieners:
- Zijn een rolmodel voor kinderen
- Weten kinderen uit te dagen
- Weten zich makkelijk op hun niveau te begeven
- Beleven zelf dat ze hun eigen geloof kunnen/durven overdragen
- Voelen zich onderdeel van de kerk omdat ze een taak kunnen/mogen uitvoeren (In een periode dat ze nog wel eens twijfelen aan zichzelf)
- Varen er wel bij om hun liefde en affectie te kunnen delen (in een leeftijdsfase die dat niet altijd makkelijk maakt)
Rolmodellen
Kinderen beleven niet dat tieners 'nog maar' tieners zijn. Ze kijken huizenhoog op tegen die lange slungels en grote meiden. Ze ervaren dat ze enerzijds kortgeleden nog kind waren en anderzijds al zo groot. Kinderen trekken zich op aan deze figuren die veel dichter bij hen staan dan al die grote mensen. Zo zijn het uitstekende rolmodellen.
Tieners kunnen vaak nog spelen. Ze stoeien graag en voetballen met veel plezier. Ze komen op die manier enorm tegemoet aan de behoefte van bijvoorbeeld jongens om even te ravotten.
Geloof
Tieners die geloven, laten kinderen ervaren dat geloven niet alleen iets is voor kleine kinderen en grote mensen, maar ook voor grote jongens en meisjes. Zelfs als ze nog onzeker in hun relatie met God zijn kunnen ze toch als het gaat om kinderen vaak zonder schroom iets overdragen van wat ze wel zeker weten. Ze kunnen spelenderwijs groeien in overdracht aan anderen. Sommigen zijn als achttienjarige in staat al zelf een zondagsschoolklasje te leiden.
Onzekerheid
Tieners zijn vaak onzeker. Met kleine kinderen kunnen ze ongestoord een stukje liefde doorgeven en kinderen laten voelen dat ze er mogen zijn. Dat doet de kinderen en de tieners goed.
Ze moeten weten dat ze erbij horen. Dat moet zeker door speciale tieneractiviteiten, maar betrek ze ook bij taken die ze leuk vinden, waar ze een gave voor hebben en waarin ze kunnen groeien. Sommige tieners voelen zich meer thuis om te helpen met het geluid. Maar velen popelen van verlangen om te helpen bij de kinderen. Ze ervaren daarmee gelijk dat ze zelf kind-af zijn.
Praktisch
- Betrek tieners die dat leuk vinden vanaf hun twaalfde bij het kinderwerk. Voor de meesten is het leuk om bij de peutergroep te beginnen. Ze kunnen daar lekker spelen met de kinderen, knuffelen, grapjes maken en voorlezen. Anderen vinden het makkelijker om te helpen bij de kleutergroep of ietsje ouder.
- Schakel iets oudere tieners in bij de babygroep omdat daar ook een stukje verzorging plaatsvindt.
- Koppel een tiener aan een vaste volwassene; de tiener zelf krijgt op die manier ook een stukje aandacht van een andere volwassene in de kerk dan de eigen ouder en/of tienerleider. Daarnaast kan de volwassene structureel in kleine porties dingen overdragen.
- Betrek tieners in de kleutergroep door ze iets uit te laten leggen, iets voor te doen, het knutselwerkje voor te laten bereiden. In een later stadium kunnen ze eens zingen met de kinderen. Sommigen vinden het geweldig als ze mogen leren vertellen. In sommige kerken worden jongeren (die dat willen) vanaf hun vijftiende via een klein stappenplan opgeleid om zelf een groepje te leiden.
- Bespreek vooraf met de tiener wat je van hem/haar verwacht. Ze voelen zich dan echt onderdeel van de groep; een niet te missen figuur.
- Schakel jongeren in bij de voorbereiding van een spelparcours, inloop met keuzemogelijkheden voor kinderen, kleurplaten zoeken van internet, enzovoort.
- Schakel tieners in bij toneelstukjes, voorzang, geluidsapparatuur in specifieke kinderdiensten.
- Maak duidelijke afspraken met tieners. Besef dat ze nog moeten leren afspraken na te komen. En ook dat tijdsplanning nog niet automatisch aanwezig is (o ja, het was deze zondag al nodig….) Geef ze kleine afgebakende taken. Zorg dat ze zich zeker voelen door, afhankelijk van de tiener, het heel precies tot iets minder precies door te spreken wat je verwacht.
- Houd mail- of SMS-contact met de jongere die je begeleidt. Herinner ze aan afspraken en blijf ze betrekken.
- Bemoedig ze; voor alles wat je ziet dat ze kunnen, geleerd hebben en hoe ze overkomen bij de kinderen. Dat is essentieel voor het welbevinden van de tiener.
Tot slot: door tieners te betrekken bij het kinderwerk heb je veel extra helpende handen. Daarnaast vinden tieners het vaak wel fijn dat ze nog niet altijd in de grote-mensen-dienst hoeven te zitten. Want laten we eerlijk zijn; ook voor veel (jonge) tieners gaat er nog veel van de volwassenentaal over hun hoofden heen.