In het voorjaar van 2010 verscheen het boek 'Voor de verandering- Werken aan vernieuwing in gemeente en parochie'. Auteur, Sake Stoppels, docent Kerkopbouw en Diaconiek aan de VU in Amsterdam.
“Verandering moet voortkomen uit het verlangen dat je wilt groeien op de weg van de navolging van Christus. Daar ligt het enige criterium” vindt Sake Stoppels. “Helpt deze verandering ons om meer gemeente van Jezus Christus te worden, om meer open te staan voor de Geest van God? Als dat goed zit, dan is veranderen belangrijk. Want als je een vruchtbare verhouding met je omgeving wilt houden, zul je mee moeten veranderen als zij verandert.”
Tijdscapsule
Nederlandse kerken hebben veel te leren op het gebied van veranderen, meent hij. “We zijn bang om vertrouwde patronen kwijt te raken en de bakens echt te verzetten. De kerk heeft wel wat weg van een tijdscapsule. Ze is zo volstrekt anders dan haar omgeving. En dat vinden we nog normaal ook. Zelf ben ik ook gepokt en gemazeld in die kerk. Ik weet gewoon: zo gaat het hier. Tegelijkertijd loop je de kans dat je volledig onverstaanbaar bent voor je omgeving.”
"'Het is desastreus voor een gemeente als een voorganger meer houdt van het ideaal van een gemeente dan van die gemeente zelf.'"
Indringende vraag
Om tot een grondige vruchtbare verandering te komen, moet je eerst een paar voorvragen langs, ontdekte hij. “In Johannes 6 vers 66-67 vraagt Jezus nadat mensen hem verlaten hadden: Zou je ook niet gaan? Dat is een heel indringende vraag om eerst eens te stellen. Waarom zou ik eigenlijk blijven? Heb ik daar goede gronden voor? Heb ik iets te ervaren van God, dat zo kostbaar is, dat ik er met geen haar op mijn hoofd over pieker om weg te gaan? Het is een voorvraag die ik heel cruciaal acht. Daarom begin ik het boek ook niet met praten over verandering, maar met twee hoofdstukken over ‘tot verstaan komen’.”
Op dezelfde manier moeten we ons ook inzetten om onze gemeente daadwerkelijk te leren verstaan. “Vroeger had je het computerprogramma WordPerfect 5.1. Door middel van een ‘onderwaterscherm’ kon je daarin alle codes in een document zien. Zo moeten wij ook leren om diep te kijken. Een gemeenschap heeft er gewoon recht op dat ze diep doorgrond wordt.”
Dat hij daar zo op hamert, heeft ook een biografische component. “Toen ik predikant werd in Pijnacker-Nootdorp, dacht ik: Die zaak moet hier behoorlijk vertimmerd worden. Er mankeert wel wat aan. Toen las ik Bonhoeffer die zegt: ‘Het is desastreus voor een gemeente als een voorganger meer houdt van het ideaal van een gemeente dan van die gemeente zelf.’ Dat kwam bij mij aan als een directe rechtse.”
Oude vrouwtjes
Toch zijn het ook vaak de mensen met idealen die dingen in beweging krijgen, niet? “Aan de ene kant wel, maar zij kunnen het ook kapot trekken uit gebrek aan respect voor wat er is of door een kritische houding: ‘Het deugt hier niet’. Ik citeer ook vaak Karl Barth, die zegt: ‘Als je niet gelooft dat ook deze mensen, mannen, vrouwen, kinderen, oude vrouwtjes, deze club van begrensde, zondige mensen, de gemeente van Christus is, geloof je überhaupt niet in het bestaan van de gemeente.’ Dat is eigenlijk dezelfde toon. De gemeente begint niet daar waar je je ideaal ziet, maar daar waar zondige mensen zich laten raken door het evangelie.”
Luisterend bidden
Een andere belangrijke ‘voorwaarde’ voor verandering is dat je in gebed diep leert zien. Wie is God en wat is Gods weg met ons? In de gemeenteopbouwliteratuur komt hij daar maar weinig over tegen, terwijl het volgens hem van het hoogste belang is. “Het gaat me er niet om dat je God eindeloos veel dingen voorlegt, maar dat je probeert vormen te ontdekken van luisterend te bidden. Als we stil worden voor Gods aangezicht, kunnen we samen zoeken naar wat zijn weg is voor onze gemeente. Het blijft altijd tasten, maar ik geloof wel dat als je daar werkelijk voor open staat, God ook dingen laat zien. Het vergt een manier van bidden die niet vol is met mijn getetter richting God. Dat treft me ook in het Onze Vader als model van bidden. De eerste delen daarvan zijn erop gericht dat je je inbidt in de weg van de navolging. ‘Uw Naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede.’ De directe oriëntatie op de gemeente is dan weg en pas via een omweg kom je daar terug.”
Analyse en visie
Wat de docent vaak mis ziet gaan in veranderingsprocessen is dat mensen van een oppervlakkige probleemconstatering direct doorzakken naar de werkdoelen. Ze bekommeren zich weinig om analyse of visie. “Een kapotte wc moet natuurlijk direct gerepareerd worden. Maar als je nadenkt over het echte functioneren van de gemeente, dan is een short cut naar werkdoelen er een die niets oplevert. Een kerkelijk jongerenwerker van Youth for Christ vertelde me: ‘Dit is nou precies wat er in mijn gemeente gebeurt. Jongeren lopen weg en ik moet wat doen, maakt niet uit wat, als ik maar wat doe. Terwijl ik graag eerst een gesprek wil over wie we eigenlijk zijn als gemeente en wat de situatie precies is.’ Naarmate de paniek groter wordt, wordt de ruimte om die schijnbare omwegen langs analyse en visie te maken steeds kleiner.”
Ook onwennigheid speelt mee. “Het is eeuwenlang gegaan zoals het ging en dat zegt zich vast in je genen. Het is dan lastig om een veel bewustere route te volgen.”
Traditionele burgerij
‘Voor de verandering’ behandelt vijftien remmende factoren die verandering in de weg staan. Welke vindt Stoppels het belangrijkst? “Dat is er een die te maken heeft met de aard van de gemiddelde kerkganger. De Protestantse Kerk heeft in 2004 laten onderzoeken wie er nu eigenlijk in de kerk zitten. Het resultaat vond ik onthutsend: In de kerken zit een oververtegenwoordiging van de traditionele burgerij. En als je kijkt naar de mensen die wekelijks gaan, dan neemt dat nog behoorlijk toe. Dus de mensen waar de kerk het meest op bouwt, horen bij de traditionele burgerij. Een van de kernmerken van deze groep is dat ze totaal niet uit is op veranderen. Dat vind ik heel opmerkelijk. Want hoe kan het dat de kerk een oververtegenwoordiging heeft van mensen die niet op verandering zitten te wachten, terwijl de Man die ze navolgen toch redelijk in staat is de zaak op zijn kop te zetten? Een pijnlijke vraag, vind ik...
Een tweede remmende factor die altijd meespeelt als het gaat om veranderen tot navolging is dat we het evangelie ook eigenlijk helemaal niet willen. Het is veel te radicaal. We willen best kerkje spelen, maar het moet niet te radicaal worden. Dat is ook mijn eigen gevoel. Ik houd van de Heer, ik wil hem navolgen, maar tegelijkertijd: aan mijn lijf geen polonaise!”
Flexibel
Hoe creëer je dan toch een ideaal veranderklimaat? “In Efeze 3 schrijft Paulus dat we geworteld en gegrondvest zijn in de liefde. Een fundament van liefde is niet stabiel. Liefde is beweeglijk, vloeibaar, flexibel, het levert altijd maatwerk. Als de bron van je bestaan is dat God je lief heeft, dan schept dat ruimte om niet eindeloos verkrampt vast te houden aan allerlei uiterlijke vormen. Vanuit die ‘plooibare’ liefde, kan ik ook flexibel opereren. Als Jezus in de Jordaan gedoopt wordt, klinkt die Stem: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind ik vreugde.’ Henri Nouwen zegt dan - en dat heeft me geraakt: ‘Dat diepste woord dat Jezus hoort in de Jordaan, dat is het woord dat ieder mens mag horen. Nog voordat je iets gedaan of gepresteerd hebt, klinkt dat woord. Jij bent mijn geliefde kind.’ Als dat je basis is, val je niet om als de bakens worden verzet.”
Voor de verandering - Werken aan vernieuwing in gemeente en parochie - Boekencentrum, ISBN: 9789023923954
Uit idea(z)
Dit artikel werd geschreven voor idea 4 van 2010. idea is opgevolgd door ideaz, het praktijkblad over missionair kerk-zijn in wijk en wereld.