Jarenlang werkte ik op kantoor. Iedere dag met de trein of de fiets naar het werk en steeds datzelfde ritme. Binnenkomen, koffie halen, computer aanzetten en aan de slag. Tussendoor veel afspraken binnen of buiten de deur. Zo’n ritme doorbreek je niet zomaar en thuiswerken was zeldzaam, misschien zelfs ongewenst. Op kantoor had je immers alles wat je nodig had: vergaderzalen, printers, collega’s en een koffieautomaat. Geen enkele reden om deze strakke routine los te laten.
Eind juni 2021 publiceerde het FNV een onderzoek onder meer dan 5.000 respondenten over de terugkeer naar kantoor na de coronapandemie. De resultaten waren nogal opzienbarend: 70% van de ondervraagden wil graag hybride blijven werken - een beetje op kantoor een beetje thuis. 20% wil helemaal niet meer terug naar kantoor en volledig thuiswerken en slechts 10% wil weer volledig op kantoor werken.
Ik moest denken aan dit onderzoek toen we gisterenavond met een aantal gemeenteleiders bespraken wat nu eigenlijk de take-aways zijn uit anderhalf jaar coronatijd. Eén van hen merkte op dat het goed zou zijn om een inventarisatie te doen binnen je lokale kerk. Niet iedereen zit weer te wachten om helemaal terug te gaan naar het oude stramien; er zijn verschillen in verwachtingen. Daarnaast is het digitale schakelen naar kwalitatief goede kerkdiensten voor veel mensen erg prettig. Goed onderwijs in een goede verpakking. Waarom niet?
Wat kennelijk kon gebeuren bij de statische kantoorwereld, kan dus ook gebeuren in de kerk. Het lijkt me daarom goed om in de eigen kerk onderzoek te doen naar verandering als gevolg van nieuwe gewoonten uit de coronapandemie. Vermoedelijk zal de kerk een stuk diverser worden als gevolg van de mogelijkheden die afweken van het gebruikelijke format van kerkdiensten. Is dat erg? Beslist niet! Het vraagt wel om lef om zo’n traject in gang te zetten.