Het is juli en dat betekent dat de zomervakantie voor de deur staat. Net als veel professionals die werkzaam zijn in het kerkenwerk heb ik het nu druk met het afronden van een vreemd seizoen en het opstarten van een nieuw seizoen. Ik ben moe en ik merk dat het uitzonderlijke jaar en de huidige fase van versoepelingen en veranderingen de vermoeidheid ook nog eens uitvergroot. En dan voelen die laatste weken voor de vakantie als ‘kruipen naar de finish’.
Totdat ik afgelopen maand enorm geraakt werd door Genesis 1. Het verhaal van de schepping kwam opnieuw bij me binnen, doordat ik (dankzij een podcast) ontdekte voor wie dit scheppingsverhaal geschreven werd. De eerste hoorders van dit verhaal waren voormalig slaven, net verlost van het juk van de farao. Wat kenmerkend is voor tot slaaf gemaakte mensen, is dat hun identiteit (hun waarde) ligt in hun productiviteit. Je bent zeven dagen per week, 52 weken per jaar aan het werk. Wanneer je dat niet kon was je waardeloos en werd je aan de kant gezet.
Het scheppingsverhaal gaat niet alleen over de schepping, maar gaat over God die zijn volk een nieuwe identiteit geeft. Een identiteit die niet geborgd is in productiviteit, maar in zijn rust en orde. Niet eerder vielen de volgende woorden mij op: ‘Het werd avond, het werd dag. De zoveelste dag.’ Wie zich in het jodendom heeft verdiept, weet dat op basis hiervan de joodse dag begint bij zonsondergang. Je begint niet met je werk op een dag, maar met rust en slaap. Dat werken komt op de tweede plaats. Dit beseffende kruip ik nu anders. Niet naar het einde van een seizoen, maar naar de start van een nieuw kerkelijk seizoen. Hoe heerlijk dat ik ook dit seizoen weer mag beginnen met rust, want mijn waarde wordt niet bepaald door wat ik produceer. Mijn - en ook jouw - waarde is al bepaald door de Schepper van hemel en aarde. Fijne zomer!