Je loopt hard. Alle maatregelen rondom het coronavirus stellen je gemeente voor grote uitdagingen. Hoe gaat het verder met de zondagse (online) diensten, hoe zorgen we voor de gemeenteleden, hoe kunnen we van betekenis zijn voor de wijk? Je rent om te faciliteren dat de gemeente niets tekort komt. Maar… is dat werkelijk je rol?
We kunnen soms klagen over consumentengedrag in de kerk. Maar hoe moeilijk is het om dat patroon te doorbreken? Deze ongekende situatie zou weleens alles op zijn kop kunnen zetten. Kun je juist nu je gemeenteleden helpen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun geloofsleven? Juist nu hebben we als leiders een cruciale rol. We moeten oppassen dat we mensen niet lui maken, door van alles te faciliteren. Juist nu kunnen we mensen helpen door ze niet van onszelf of van de livestreams afhankelijk te maken, maar nog meer te leren hoe ze zelf geestelijk en/of emotioneel volwassen kunnen worden.
Hoe dan?
Het gaat me aan het hart dat veel christenen eigenlijk niet zo goed weten hoe ze persoonlijk vorm geven aan hun heilige tijd met God. Die God die zo uitnodigend zijn hand uitreikt en liefdevol zegt: “Hé, maar als je Mij zoekt, dan beloof ik je dat je Mij ook zult vinden. (Zie bijvoorbeeld Jeremia 29 vers 13 of Psalm 34 vers 5.) Ik zie veel mede-gelovigen zich echter vastklampen aan de voorganger of aan de kerkdienst, in plaats van aan Jezus. Maar als ze dat laatste gaan doen, zal de gemeente sterker en levendiger worden dan ooit tevoren.
Ik hoop dat de meeste van hen mij onderweg niet of minder nodig zullen hebben, omdat ze het steeds wat meer zelf kunnen
Ik vergelijk het met de gesprekken die ik met cliënten in mijn praktijk voor verliesbegeleiding heb. Ik vertel hen wat ik zelf geleerd heb van het leven, ik deel hoe mijn hart omging met de verliezen die ik moest verwerken. Met hen zoek ik naar een antwoord op de vraag hoe we ons staande kunnen houden in een persoonlijke crisis. Maar ik hoop dat de meeste van hen mij onderweg niet of minder nodig zullen hebben, omdat ze het steeds wat meer zelf kunnen. Als ik hen afhankelijk maak van mij, werk ik vooral aan een voortdurend vullen van mijn portemonnee. Niet aan hun emotioneel herstel.
Maar hoe werkt dat dan? Zijn de diensten niet ook juist gericht op geestelijke groei? Ik vermoed dat dat voor iedereen een gezamenlijk doel is van de diensten. Maar soms kunnen we het nog praktischer maken. Zodat mensen vanuit het horen en ontvangen, ook daadwerkelijk zelf de verantwoordelijkheid gaan dragen voor hun geestelijk leven. Ik zou drie tips willen geven: deel het evangelie (dat doe je waarschijnlijk al), deel jezelf en geef een lesje wandelen.
Tip 1: Deel het evangelie
Dit is een punt wat de meeste voorgangers en gemeenteleiders waarschijnlijk al fantastisch doen, ook in deze dagen van crisis. Ga zo door, verspreid het licht! Vertel heel Nederland dat het licht altijd sterker is dan de duisternis. Blijf delen dat wij een hoop hebben, waar geen enkel virus tegenop kan. Vertel de wereld wie Jezus is.
Tip 2: Deel jezelf
De tweede tip die ik zou willen meegeven is: ‘Houd zoveel van jouw gemeente, dat je niet alleen het evangelie deelt maar ook jezelf.’ Paulus zegt dit precies zo tegen zijn gemeente in Tessalonica: “We zijn zoveel van jullie gaan houden, dat we niet alleen het goede nieuws van het evangelie met jullie willen delen, maar ook onszelf”. The Message-vertaling gebruikt daarvoor prachtig de zin: “We wanted to give you our hearts.” (Zie 1 Tessalonicenzen 2 vers 8.)
In de praktijk zou dat er zo uit kunnen zien: vertel jouw gemeente hoe jij elke dag persoonlijke tijd houdt met God. Vertel hen over jouw intieme tijd met God. Die momenten waarop jij je vragen stelt aan; je hart neerstort voor en die momenten waarop je alle dankbare lof geeft aan onze God. Probeer in deze tijd van crisis eens een extra stap te zetten in het kwetsbaar delen van jouw leven, jouw hart. Vertel hen hóe jij dat doet, wannéér je daar de tijd voor neemt en waaróm je dat doet. Zo kunnen mensen van dichtbij leren hoe dat werkt: zelf heilige tijd houden met God, onze Papa.
Oftewel: duw gemeenteleden een stukje de goede richting in door jezelf als voorbeeld te gebruiken. Dat is kwetsbaar, het vraagt voorzichtigheid wat je wel en niet deelt. Maar probeer het! Richt je op de mensen die nu al in jouw gemeente horen, niet op het uitbreiden van jouw publiek. Laten we hen warm en enthousiast maken om een christen te zijn die zelf contact met de Vader onderhoudt.
Tip 3: Geef een lesje wandelen
Het woord wandelen geeft iets weer van samen optrekken. De één loopt niet voor de ander uit, wanneer je samen een blokje om doet. Maar wanneer je een wandelafspraak hebt met een vriend of coach, loop je naast elkaar. Dan bespreek je vaak de dingen van het leven die je op dat moment bezighouden.
De theologie van wandelen in de Bijbel is dat het in aanwezigheid van God gebeurt. In aanwezigheid van God onderzoek je jezelf, stel je vragen aan je eigen hart of reflecteer je op jouw handelen. Wandelen zegt iets over het zoeken naar de verbinding met God. Je verstopt jezelf niet, maar je komt tevoorschijn. Dat is ook wat ik bedoel met de termen intieme of heilige tijd. Je zoekt de verbinding op en deelt de dingen die jou bezighouden met de Allerhoogste, die naast jou wandelt. Je maakt één op één contact met de Levende God.
Wat mij daarin raakt is dat Hij zelf verschillende keren aangeeft dat Hij (al) in ons midden wandelt. Dat lees je onder andere in Leviticus 26 vers 12 en Deuteronomium 23 vers 14. Ik zie het voor me – en dat zeg ik met eerbied – dat Hij ons telkens een appje stuurt met de vraag of we zin hebben om samen een rondje te lopen, en dat ontroert mijn hart. Het initiatief komt niet van mij uit, maar Hij stelt het voortdurend voor om samen tijd door te brengen. Hij nodigt mij, jou, ieder ander uit.
Deel dit met jouw mensen! Vertel hen dat God wacht op antwoord op zijn uitnodiging om te wandelen. Leg hen uit dat Hij elke dag opnieuw benieuwd is wat ons bezighoudt. Wat er in hun hart omgaat, waar ze over piekeren, waar ze blij over zijn, voor welke dilemma’s ze staan en ga zo maar door. Vertel hen alsjeblieft dat God naar hen uitkijkt, met Zijn wandelschoenen al aan! Hij popelt van verlangen om iedereen persoonlijk te spreken.
Daag jezelf en je gemeente uit, om op die uitnodiging in te gaan. Deel vanuit jouw leven hoe jij dat doet. Laat ze oefenen met wat voor hen een manier is om dagelijks zo met God te wandelen. De één doet dit schrijvend, de ander hardop pratend. Weer iemand anders moet letterlijk zelf wandelschoenen aantrekken en buiten gaan wandelen.
“Heer, wat is er in mijn hart?”
Een vraag die ik vaak aan Jezus stel tijdens mijn dagelijkse intimiteit met Hem is de vraag: “Heer, wat is er in mijn hart?”, om daarna te luisteren en te voelen wat me bezighoudt. Een andere keer gooi ik ongepolijst alle emoties voor hem neer. Ook de lelijke, die ik liever geheim houd. Zoals jaloezie, woede of gedachten waarin ik mezelf of een ander tekort doe. Ik stort mezelf bij hem leeg, omdat ik in de tussentijd heb geleerd dat Hij heel mijn hart wil hebben. Niet om me daarna te gaan veroordelen, maar om me daarna – wanneer ik leeg ben – liefdevol te vullen met Zijn heilige aanwezigheid en bemoedigende woorden. Weer een andere dag stel ik hem tijdens mijn wandeling allerlei vragen. Er zijn nog zoveel dingen die ik van Hem wil leren. Honderden vragen kan ik op hem afvuren, om ook verschillende keren verwonderd te zijn over de inzichten die Hij geeft of de sturing die Hij geeft in mijn karaktervorming.
Een aanvullende tip is misschien nog de volgende: schep de mogelijkheid om wandelervaringen met elkaar te delen. Laat een gemeente echt gemeente zijn, waarin leden elkaar kunnen bemoedigen in wat zij ontdekken, meemaken en leren in hun ontmoetingen met God. Leer hen om hun hart ook weer met elkaar te delen.
Hartenklop
Ik voel de hartenklop van God, die van het begin van de wereld al onder ons wandelde en daar nooit mee is gestopt. Hij verlangt zo ontzettend naar intimiteit. Echt contact. Zullen we het de mensen in deze crisistijd gaan vertellen, voordoen en leren dat ze elke dag zélf welkom zijn?
Over Laurina de Visser
Laurina de Visser is vanuit haar praktijk voor verliesbegeleiding gespecialiseerd in de emotionele (en geestelijke) groei van mensen. Ze is daarnaast auteur van diverse boeken voor jongeren.