Het woord 'Roma' roept, net als woorden als 'moslims' of 'LHBT-ers', bij veel mensen direct emoties op. Advocaat Willem van der Voet heeft hun recht voor ogen en schrijft erover naar aanleiding van de Week van Gebed.
Roma voor ogen
Het woord 'Roma' roept, net als woorden als 'moslims' of 'LHBTI-ers', bij veel mensen direct emoties op. Doorgaans geen positieve. Ook niet bij christenen. Alsof je in een zure appel bijt. Moeten we niet op onze hoede zijn voor Roma? Zijn dat geen bedelaars en zakkenrollers? Zijn dat geen mensen die nooit willen werken?
Voor mij zit een Roma echtpaar uit een Oost-Europees land in het kader van hun asielaanvraag. Hun vijf minderjarige kinderen hebben een plekje gevonden in de hoek van de spreekkamer. Moeder ziet er vermoeid en verdrietig uit. Haar kinderen hebben nog nooit naar school kunnen gaan omdat haar man vanwege hun Roma achtergrond door niemand wordt aangenomen en zij daardoor de school niet kunnen betalen. Het klinkt mij aannemelijk in de oren. De IND bagatelliseert echter vakkundig alles weg en bij de rechtbank vindt dit gezin ook geen luisterend oor. Weer een generatie Roma kinderen dat zonder enig perspectief opgroeit.
Wie kan het wat schelen? Voor Roma is weinig plaats. Vaak niet in hun herkomstlanden. Niet in de westerse juridische systemen en al helemaal niet in de harten van mensen. De Heere Jezus werd echter met innerlijke ontferming bewogen over de verschoppelingen van deze aarde. Niet-aflatend. Laten wij ons nog raken door de pijn van mensen en de uitzichtloosheid van hun bestaan? Blijven wij als christenen zo ver als mogelijk weg bij vilein cynisme en diepgewortelde vooroordelen? In mijn werk van advocaat probeer ik dat elke dag opnieuw. Onder leiding van de Heilige Geest. Met gevouwen handen. Omdat het om mensen gaat. Met het recht voor ogen. Wie doet en bidt er mee?