Ik weet nog hoe ik op m’n knieën bad voor mijn buurjongen. Verlangend dat hij ook Jezus zou leren kennen. De periode daarna maakte ik echt contact met hem. Hij was de eerste persoon met wie ik bevriend raakte die geheel geen christelijke achtergrond had.
Het was niet de meest simpele vriendschap, maar wel een hele leerzame. Ik leerde meer weten over zijn wereldbeeld (zonder God) en hij over de mijne (met God). En over mijn en zijn vooroordelen. Samen gingen we geregeld uit op zaterdagavond. Daar leerde ik ook weer vrienden van hem kennen. En ik kon hen uitnodigen naar de kerk. Ik vertelde hen dat ik de volgende ochtend om 9.45 uur weer naar de samenkomst ging. Het idee om dan in de kerk te zitten in plaats van in bed te liggen was niet erg aantrekkelijk voor ze.
Maar wat mij verbaasde was dat ze niet wisten dat een kerkdienst of samenkomst openbaar is. Dat iedereen, ook niet-gelovig, welkom is, dat wisten ze niet. Niemand had hen dat ook verteld, niemand had hen nog uitgenodigd en met hun vooroordelen zouden ze dat ook nooit gaan uitzoeken. Mijn buurjongen is nooit in gegaan op mijn uitnodiging, maar een vriendin van hem wel. Bij binnenkomst wist ze niet wat haar overkwam. “Ik had het idee dat God tot me sprak”. Mijn buurjongen heeft zover ik weet die ervaring nog niet gehad. Dat is uiteindelijk ook niet aan mij. Het begint met gebed en anderen gunnen dat ze Jezus leren kennen. Maar het is uiteindelijk God die zich aan mensen openbaart.
Thema: Cultuur van uitnodiging
Dit artikel hoort bij het thema 'Cultuur van uitnodiging'. Ontdek op ons thema-overzicht meer artikelen en mogelijkheden om met jouw christelijke geloofsgemeenschap of community een volgende stap te zetten.