Er zijn drie goede redenen om vrouwen meer taken te geven in de kerk. De situatie in 2016 is zó anders dat er alle aanleiding is om er met een frisse blik naar te kijken.
Recent besloot de synode van de Evangelisch-Lutherse Kerk (ELK) in Letland dat vrouwen niet langer predikant kunnen zijn (ND 6 juni). Sinds 1975 hadden ze die vrijheid wel. Hoewel het om een klein kerkgenootschap gaat, is het een treurig signaal. De kerk in Europa staat onder enorme druk. Het is de hoogste tijd om overal in Europa, in alle kerkgenootschappen, ruim baan te maken voor vrouwen in het leiderschap.
De situatie in kerkelijk Nederland ten aanzien van vrouwen in leiderschapsposities is de afgelopen jaren gelukkig positief veranderd. De Protestantse Kerk in Nederland kent inmiddels op vele plekken vrouwelijke voorgangers en pioniers. Ook in andere kerkgenootschappen krijgen vrouwen steeds meer de ruimte, hoewel een officiële kerkelijke functie soms nog lastig ligt. Zie ook het recente tussenrapport van de vrijgemaakte studiecommissie ‘M/V en Ambt’ (ND 8 juli).
Drie argumenten
In discussies over vrouwen in het ambt zouden we wat mij betreft meer dan vroeger voluit de missionaire situatie moeten betrekken. Dit werpt een nieuw en fris licht op wat gemakkelijk ervaren kan worden als een uitgesleten en moeizaam debat. Vanuit de missionaire praktijk zie ik drie argumenten om ruim baan te maken voor vrouwen.
Allereerst laat de missionaire praktijk zien dat vrouwen zeker hun mannetje kunnen staan. Ik denk bijvoorbeeld aan mensen als ds. Willemien van Berkum die in Amsterdam-West op een geweldige manier vormgeeft aan een nieuwe gemeenschap. Of aan Tracey Hume, die in twee dorpjes in Noord-Engeland twee gemeenten leidt die bekendstaan om hun grote hart voor de gemeenschap. Of aan Siri Iversen, dochter van een zendingsechtpaar, die samen met anderen een gemeente op het Noorse eiland Kristiansand sticht. Als ik naar hun werk kijk dan zie ik vrucht en zegen.
Zendingssituatie
Ten tweede vraagt de zendingssituatie waarin ons continent zich bevindt om een flexibele houding. Vooraanstaande theologen roepen in koor dat Nederland en Europa zendingsgebieden zijn geworden. Daar past een ‘alle hens aan dek-houding’ bij. We moeten onze context heel serieus nemen.
Nieuwe generatie
Ten slotte dwingt de nieuwe generatie ons om nog meer dan vroeger onze vaste Bijbelse overtuigingen tegen het licht houden.
Een aantal jaren terug was ik betrokken bij een gemeentestichtingsproject van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Toetreders waren onder anderen hoogopgeleide vrouwen en mannen met een niet-christelijke achtergrond. Dankbaar maakten we gebruik van het geestelijk talent van ook vrouwelijke deelnemers. Maar toch was er ook het moment dat hun verteld werd dat ze niet officieel in een kerkelijke functie actief konden zijn. Dat is volstrekt niet uit te leggen aan een 21e-eeuwse generatie. In zijn boek Jezus als Heer in een plat land zegt hoogleraar missiologie en interculturele theologie Stefan Paas dat je, als je de omgeving waarin we leven in ogenschouw neemt, heel goed moet weten wat je doet als je zo’n torenhoge aanstoot wilt opwerpen voor laatmoderne, hoogopgeleide stadsbewoners. Je moet er dan rotsvast van overtuigd zijn dat de Heer inderdaad van ons vraagt om nooit ofte nimmer vrouwen in het ambt te hebben.
Noodoplossingen
Als we kijken naar het klimaat, dan zien we sterke veranderingen en extreme overlast is meer regel dan uitzondering. Nu pas je bouwvoorschriften niet zomaar aan en dus bedenken we noodoplossingen die zorgen voor verlichting, zoals bijvoorbeeld opslagplaatsen voor regenwater. Laten we ook zorgen voor dergelijke ‘oplossingen’ als het gaat om de rol van de vrouw in de kerk. Maak waar mogelijk ruimte voor vrouwen om hun gaven en talenten tot ontplooiing te brengen en blijf in de tussentijd hameren op de formele participatie van vrouwen.
Ik zie uit naar een inclusieve kerk. Naar een kerk waar toptalent volop wordt ingezet, omdat onze Here God zich niet heeft vergist toen Hij gaven en talenten gaf aan mannen én vrouwen.