Een van de geheimen van de groei van het christendom in Afrika is de kleine kerk. Terwijl veel gevestigde (zendings)kerken nauwelijks groeien, groeien de onafhankelijke kerken als kool. Ze schieten als paddenstoelen uit de grond en weten ook echt de haarvaten van de samenleving te bereiken.
Juist de kleinste gemeentes ontwikkelen de meeste missionaire kracht. Kerkjes met langere namen dan ledenlijsten, zoals bijvoorbeeld de Saint John’s Mount of Olives Apostolic and Prophetic Holy Faith Mission Episcopal Healing Church of Zion. Zij zoeken iedere keer weer de randen van de samenleving op en brengen daar het evangelie. Ze vestigen zich tussen en leven met de armen en het uitschot van de samenleving. Geen dure gebouwen in het centrum, maar gewoon kerk onder een boom. Dicht bij de mensen.
Samen vormen zij een machtige beweging die, zeker in zuidelijk Afrika, de verklaring vormt voor de snelle groei van het christendom in dat deel van de wereld. Trouwens niet alleen in Zuidelijk Afrika, maar ook in Zuid-Amerika en Azië (China bijvoorbeeld).
De grote vraag is: wat kunnen wij daar hier van leren? In een land waar veel bestaande kerken krimpen en krampachtig moeten saneren en ‘nieuwe’ kerken vooral bloeien door ‘overlopende’ gelovigen? Wordt het niet tijd om echt op een andere manier te leren kijken? Is ‘less’ misschien toch ‘more’ en kunnen we, met kleine, lokale gemeenschappen van echte volgelingen van Jezus Christus misschien toch meer verschil maken dan met al onze mooie en grote kerkgebouwen?