Voor mijn werk als landelijk coördinator voor de Marriage en Premarriage Course in Nederland heb ik geregeld gesprekken met stellen. Opvallend daarin zijn de mensen die aan het ‘begin’ van hun relatie al vastlopen omdat ze vragen hebben waar ze niet uitkomen.
Vragen die te maken hebben met de vraag of ze wel echt voor elkaar bedoeld zijn. Twijfel dus.
Twijfel is normaal
Zo had ik laatst een gesprek met een 23-jarig meisje. Ze was acht maanden getrouwd en vertelde al vrij snel dat ze in deze maanden verliefd was geworden op een ander. Voor de trouwdatum had ze al verschillende keren getwijfeld of dit wel echt de ware was voor haar. Ze vertelde dat ze voor haar huwelijk met mensen in de kerk gesprekken had gevoerd. Daarin had ze ook haar twijfel neergelegd. Haar gesprekspartners hadden er vooral op aangestuurd dat het wel goed zou komen. Dat twijfel normaal is.
Gemakkelijke antwoorden
Soms raak ik zo gefrustreerd van mensen die zeggen dat het wel goed komt! Dit is niet de eerste keer dat ik met echtparen in aanraking kom, waarbij mensen uit de kerk boodschappen hebben gegeven die het alleen maar moeilijker maken. Ik zie veel gemakkelijke antwoorden. Veel nadruk op de boodschap: ‘het komt wel goed’, maar weinig gesprek over wat er nu echt goed moet komen. Het is blijkbaar makkelijker om een uitkomst neer te leggen, dan om mee te lijden met stellen die elkaar echt niet meer kunnen vinden. Makkelijke geruststellende antwoorden zijn er gewoon niet altijd. Als we écht stil kunnen staan bij het lijden van stellen, accepteren we met elkaar misschien ook meer dat een huwelijk niet vanzelfsprekend goed gaat.